Pennenvruchten.nl

“The self-styled intellectual who is impotent with pen and ink hungers to write history with sword and blood.” Eric Hoffer quotes (American Writer, 1902-1983)

Blij dat ik rij

Onlangs moest ik mij melden bij de rechtbank te Lelystad.

Ik had straf verdiend simpelweg omdat ik een strafbaar feit had begaan. Zoals de tenlastelegging  omschreef vond dat feit  plaats “op  of omstreeks 12 mei 2012” .

Ondanks dat het zich allemaal al weer meer dan een jaar heeft afgespeeld, weet toch ik zeker dat het op 12 mei was! ‘Omstreeks 12 mei’ zoals het in de tenlastelegging was opgenomen, zou immers kunnen betekenen dat het namelijk net zo goed op 11 mei of  13 mei geweest kon zijn. Maar die data waren het gewoon niet!

Het was gewoon 12 mei.

Punt.

Ik  weet dat namelijk nog zo precies omdat ik die dag op weg naar de open dag van mijn werk was. Vanwege de economische crisis en de misschien juist daardoor zo  populaire slogan ‘Voor jouw 10 polen!!’ , dacht ik dat ik juist die open dag wel eens kon laten zien dat ik een zeer gemotiveerde en eigenlijk volkomen  onmisbare werknemer  was; voor die vrije zaterdag had ik gepland om eens volkomen vrijwillig, flink de handen te laten wapperen (nu ik contractueel nu op halfjarige rozen zit, kunnen ze wat dat soort liefdewerk en oud papier, trouwens nu voortaan naar de pomp lopen). En dat potje uitsloven had ik toch écht op 12 mei gepland, niet op 11 of 13 mei.

Alhoewel, het schijnt wel zo te zijn geweest dat er aan het einde van die open dag,   nadat alle nieuwsgierige familie, vrienden en ander  mensen  weggegaan  waren ,er toch ook nog flink gefeest is!  Voor zover ik begrepen heb wel tot in de late uurtjes!

Hee, zou die jurist die die  tenlastelegging heeft opgesteld, soms meer informatie hebben gehad dan ik?  Zou dat feest misschien toch nog doorgegaan zijn tot in de vroege uurtjes van de volgende ochtend?

Nou, ja, t ‘is verder eigenlijk ook niet zo belangrijk. Belangrijker is het dat ik vanaf die vermaleijde datum volgens de wet een hardcore crimineel ben. En dat zal ik hier uiteraard nu toelichten.

Het strafbare feit bestond er slechts uit dat ik een wat grovere snelheidsovertreding beging dan in het algemeen gebruikelijk is. Ik kwam die dag vanuit Amsterdam en reed zo tegen het eind van de ochtend naar huis. Op één van die talloze boerenwegen in de polder, daar waar  eigenlijk bijna nooit iemand rijdt, reed ik een beetje te hard. Naar het scheen 135  waar je slechts 80 mocht rijden. Na correctie bleef daar,  nog 130 km over.

‘Politie… volgen…politie…. volgen ‘,  knipperde ineens een  bordje in de auto voor me.

Raar woord, dacht ik nog :  wat zou dat nou betekenen, ‘politievolgen’.

Zou het  soms een samengesteld werkwoord zijn ? Voor als je bijvoorbeeld  iemand van heel dichtbij volgt,… dat je hem dan als het ware ‘politievolgt….

of was  het woord toch het meervoud van een ‘politievolg’ wat dat dan ook wezen mag. Of moest ik de auto soms volgen omdat de inzittenen daarin mij  eigenlijk wilde helpen omdat zij wisten dat de politie  achter me aan zat. Zo van: “Hee, kijk uit politie!! Volg mij maar!  en dat deze auto mij  voorging naar een  schuilplaats of mij anderzins zou helpen een vluchtroute te wijzen om de politie van mij af te schudden?

Voor de zekerheid volgde ik de auto met dat irritante knipperende bordje  toch maar gewoon en  parkeerde mijn  auto in de  inham waar men naast de weg, de stratenkaart van Dronten kan raadplegen.   De auto was een witte BMW; een mooi exemplaar maar wel een die me inderdaad,  net op dat laatste stukje naar mijn huis, al behoorlijk  hinderlijk had lopen volgen.

“Nou,  nou,  nou, zei de  agent toen hij uitstapte,  wat HEBBEN WIJ weer een haast!’

-“Nou nou nou , , kaatste ik terug , “ik heb anders  HELEMAAL geen haast :IK heb nog een ruim uur over om mijzelf om te kleden en een stukkie te eten voordat ik pas naar mijn volgende afspraak toe moet

Maarre…. als jullie zo’n haast hebben, heren, laat mij jullie dan vooral niet ophouden, hoor!”

Of hij begreep niet dat ik een grap maakt of hij wilde hem gewoon niet begrijpen: je moet je tenslotte professioneel opstellen als je je landgenoten naait.

-“Wij zijn zeker de leukste thuis”?

Ha! Maar díe kende ik .

Toch deed ik of ik over zijn vraag toch nog even moest nadenken.

Uiteindelijk zei ik:

“Ja, ben eruit. Dat moet ik toch zelf zijn. En dan vergeet ik voor het gemak gewoon dat er af en toe ook nog nog wel eens een kattenpoes voor mijn voeten loopt. Want hoewel ik haar veel menselijke eigenschappen toedicht , Meneer Agent, een gevoel voor humor, nee, die bezit zij toch echt niet niet. Of …. misschien heeft zij die wel, maar begrijp ik haar humor niet “,  filosofeerde ik nog na wat .

– “Omdat u 50 km boven de maximaal toegestane snelheid te hard hebt gereden, moet ik u mededelen dat  uw rijbewijs wordt ingevorderd, vervolgde de agent gortdroog.

“Haha, ja, DAT  is inderdaad óók wel een goeie mop!  probeerde ik nog, maar eigenlijk zei ik dat al tegen beter weten in.”

-“Meneer”, zei hij eerst zeurderig maar  daarna kreeg zijn stem snel dat van die dictator die ik ook in de andere 60.000 agenten die Nederland ‘rijk’ is, vermoed te huizen: op een staccato en toch noch paternalistische toon deelde hij mij mede:

“LUISTERT U NOU EENS EVEN GOED NAAR MIJ! :U. MAG. GEWOON.NIET VERDER. RIJDEN. BEGREPEN?”

Niet verder rijden? Niet verder rijden?

Wat werd ik toch altijd van boos van kortzichtige mensen.

“Hallo!”, wierp ik mijn handen dramatische de lucht in.Ik moet zo naar de open dag van mijn werk, hoor!! Weet je wel hoe belangrijk dat voor mij is? Mijn baas kan kiezen uit maar liefst 10 Polen! En weet je eigenlijk wel hoe ver het  is van  Dronten naar Kampen? Als ik niet mag rijden, dan haal ik dat nu op de fiets ook al niet meer! ”

Ik had al gezien dat het er twee waren die in de BMW hadden gezeten, maar nu pas kwam de andere agent dan toch ook uit de auto stappen. Hij had het gesprek blijkbaar vanuit de auto gevolgd en alsof hij het die dag al duizend keer eerder had gezegd, zei hij verveeld :

“Tja, dát had je  allemaal eerder kunnen bedenken!”

“O ja, riep ik verongelijkt uit,  nou IK toevallig  niet!”

Want laten we eerlijk wezen: wie bedenkt nou de ochtend van tevoren dat ie ’s middag zijn rijbewijs wel eens kan kwijtraken? Ik had een dergeijke afspraak tenminste niet in mijn agenda staan!

“Tjeetje” zei ik nu toch wat bedremmeld, “Maar  hoe krijg ik  mijn auto nou  thuis?”

Ik mocht echt geen ene meter meer rijden. En dat terwijl ik al zo verdomd dichtbij was ! Hoe lullig was het, gepakt worden op 50 mtr van mijn huis. Nou ja, camping dan. Ja die tent waar ik permanent verblijf dan, nou goed?  Maar daar gáa’t het allemaal  niet om! Het gaat om het feit dat de camping zich letterlijk op steenworpafstand bevond.

-“Waar woont u precies ? ” vroeg de agent me op monotone toon .

-Nou, dáár en ik bukt me al maar voordat ik daadwerkelijk een steen te pakken had, zag ik in dat ik de situatie er misschien naar was  zijn vraag toch op een andere wijze te beantwoorden.

Enfin, hoewel ik het moment dat ik met deze politieagenten te maken had, toch als redelijk ‘beroerd’ moest classificeren, waren de agenten ‘an sich’ dan weer niet te beroerd om mijn auto voor mij op de algemene parkeerplaats van de camping te parkeren. Op het korte ritje ernaar toe drukte de agent die mij als eerste had aangesproken mij op het hart:

“En nou niet toch gewoon zonder rijbewijs gaan autorijden,want dat wordt namelijk gezien als een misdrijf! Nu is het nog een overtreding maar als je het tot een misdrijf laat komen, dan zal de rechter geen genade met je hebben.”

Rechter? Misdrijf?  Tjeetje! Ik begon mezelf steeds schuldiger te voelen.  De andere politieagent ( de agent die “Tja, dat had je eerder moeten bedenken”  had gezegd) deed er nog een schepje boven op:

“Ja, en je krijgt nu sowieso een strafblad (verbeeldde ik het me of  zag ik hem nu werkelijk gniffelen toen hij dat zei?).

Deze twee luchtig en voor de neus weg uitgesproken zinnen, waren nou niet echt goed voor het toch al broze vertrouwen dat ik had in mijn economische toekomst.

Maar gelukkig was het die dag niet alleen maar kommer en kwel:

Ik mocht immers van de agenten plaats nemen in één van die lekkere luxe lederen stoel die de witte bmw rijk was, gezellig  een videootje kijken. Het was best een spannende film, starring

ME!

Tjeetje, ik leek wel zo’n vreselijke sukkel uit  één van die twee  autotelevisieprogramma’s , je weet wel, ‘Wegmisbruikers’ of ‘Blik op de weg’.

Bij nader inzien… ik WAS eigenlijk ook zo’n  ook zo’n sukkel ! Maar gelukkig voor mij stond r op dat moment geen cameraploeg klaar om, zoals het zo’n  typische snelheidsduivel betaamt, eerst wat schaapachtig naar de camera te lachen,  om vervolgens, als hij of zij (ja want dat kan heus ook wel eens)  eenmaal de ernst van de situatie begon in te zien ,sociaal en economisch bekeken dan , te gaan dreigen, te schelden en vooral heel veel keren te herhalen:

“Doe die camera weg, klootzak! Die camera weg, want je speelt met mijn privé!”

Ik moet zeggen, toen ik mijzelf zo op die video zag, vond ik eigenlijk dat ik best wel goed kon autorijden, nu ik dat eens van geheel andere hoek  kon bekijken.

Ok, misschien iets te  sportief maar toen ik de agenten erop wees dat ik toch ook netjes mijn knipperlicht gebruikte toen ik ze met 135 kilometer voorbijsjeeste , waren ze daar toch niet van onder de indruk.

“Nee, uw knipperlicht gebruiken wanneer u de maximale snelheid met 50 km overschrijdt, valt NIET aan te voeren als verzachtende omstandigheid.

Jammer, kon het  toch  proberen?

Waarom ik eigenlijk op het midden van de weg reed, wilde ze van me weten.

“Of zie je  niet dat je ook steeds in het midden van de weg rijdt?” vroeg de  Geniepige Gniffelaar op een toon alsof ik al drie jaar te laat was voor mijn afspraak om een bril te laten aanmeten.

” Jawel hoor,  zei ik kortaf, dat zie ik heus nog wel”.

“Niet zoveel mogelijk rechts rijden is op zichzelf ook al een overtreding, zei hij dreigend, maar wel eentje…..”, hij keek zijn partner half vragend en half sussend aan , … “die  we, omdat je nu toch  je rijbewijs al kwijt bent,   door de vingers willen zien.

Om daarna triomfantelijk toe te voegen:

”We zijn tenslotte de kwaadste niet.”

Toch keek hij naar even naar zijn partner alsof deze bewering  toch nog eventjes beaamd wilde zien en gelukkig stelde zijn partner hem niet teleur: heftig knikte hij met zijn hoofd.

“Maar wacht nou toch eens eventjes”, begon ik nu toch lichtelijk te protesteren, “Is een beetje in het midden van de weg rijden tegenwoordig ook al een overtreding?'”

Ze beantwoorden mijn vraag beiden met het sluiten van hun ogen dat ze net iets langer aanhielden dan nodig en met het antwoord dat ik eruit kon lezen,  was ik echter helemaal niet blij.

Alleen ik kon niet meer uitbrengen dan “Tjonge jonge”, misschien inderdaad niet de meest interessante repliek die ik op dat moment ook had kunnen hebben.

Maar geïrriteerd. dat was ik nu toch zeker wel. Want snapten die gasten dan echt helemaal niets? Of wilden ze het soms gewoon niet snappen.

Als je met 135 uur uur over een weg wil razen,  dat wil je namelijk echt niet met je auto in het gras van de berm NAAST die weg terecht komen, hoor!  Als dat namelijk wel zou gebeuren, dan  hadden ze  me in plaats van aan te houden wel met auto en al  uit de bast van een van die naast  de weg gelegen  kastanjebomen moeten krabben.

Maar ik wist natuurlijk wel wat die klojo’s  wilde  horen en speelde het spelletje dus maar mee.

Ik zei : ” Dank je wel, meneer de agent, jullie agenten zijn werkelijk het zout der aarde.”

om daarna in een geveinsde hoestbui te ontsteken waarin ik toch nog ongemerkt  kon toevoegen:  uchhe-kuch-heil- Ivootje-Opstelten-`

“uche-kuch- heil bonnenquotum!”

Ik stapte uit de BMW.

Nadat al het papierwerk was gedaan, kreeg ik uiteindelijk de sleutel van mijn eigen auto terug met voor de tweede keer de waarschuwing  niet zonder rijbewijs  de auto te besturen’.

Maar ja,  dat konden die lui natuurlijk makkelijk zeggen!

Ok, die open dag op mijn werk, dáár moest ik maar niet meer met  de auto naar toe willen rijden. Maar mijn auto zo op die algemene parkeerplaats laten staan, zonder dat ik er een oogje op kon houden, dan was mij gewoon een brug  te ver: mijn auto moest gewoon weer op de een of andere manier netjes op de parkeerplaats voor mijn huis terecht komen.

Maar ja, hoe moest ik dat dan voor elkaar krijgen, nu het mij uitdrukkelijk was verboden nog langer een auto te besturen? Op de camping gold tenslotte ook de Wegenverkeerswet en daar gold mijn rijverbod dus ook.

Duwen dan maar? Had nog gekund ook, maar ik besloot het toch anders te doen:  na een uurtje wachten, zou ik terugkomen en als ik dan in 1 km omtrek geen witte BMW’s zou zien, , zou ik toch stiekem mijn auto  pakken en zo onopvallend als maar kon,  naar mijn huis rijden. Pas als de auto veilig voor mijn huis zou staan, zou ik me verder aan het gebod van de politie houden hetgeen betekende  dat ik voortaan 19 km heen en 19 km terug moest fietsen om op mijn werk te komen. Ik wist aanvankelijk niet hoe lang ik mijn nieuwe hobby moest uitoefenen maar met internet word  je wat die dingen betreft gelukkig snel wijs.

Ik  beseft al snel dat , omdat het mijn eerste serieuze overtreding betrof,   dit toch  geen reden was om mijn rijbewijs de volledige periode tot aan de rechtszitting in te houden. Omdat die zitting pas een jaar later bleek plaats te vinden, was dat achteraf maar goed ook!

Het werd dus voortaan fietsen voor mij.  De laatste langere periode dat ik vrijwillig meer dan 1 kilometer per dag fietste was vanaf de eerste tot aan de  derde  klas van mijn middelbare school. Hierna hield ik dat hele fietsen toch wel weer voor gezien; ik verdenk dat de aanvang van mijn rookcarriere, zo omstreeks diezelfde tijd, hier toch wel mede-verantwoordelijk voor was.

Nu had ik simpelweg niets te kiezen en er zat dus niets anders op dan de ooit door mijn buurman zo  gul aan mij geschonken  mountainbike, rijklaar te maken; dat die in een  staat werd gebracht om dagelijks 38 km af te leggen zonder in elkaar te storten.

Het bleek in feite een prachtige en robuuste fiets. Als dank dat ie bleek te kunnen doen waarvoor hij gemaakt was, maakte ik hem dan ook elke  dag  schoon, pompte   de banden op  en smeerde ik zijn assen.

Maar omdat ik nog steeds de hete adem in mijn nek voelde van die 10 onvermoeibaar achtervolgende Polen, kocht ik voor de zekerheid ook  een luxebandenplakset (6,95) +  een luchtpompje (die potjandrie maar liefst 16 euro kostte.. en dát voor een ding wat enkel lucht produceerde): als ik dan een lekke band zou krijgen, zou mij dit niet langer dan 30 minuten vertraging moeten opleveren. Nog belangrijker werd het mijzelf eraan te herinneren dat ik elke dag  mijn telefoon moest opladen. Als ik dan daadwerkelijk een keer  een lekke band had, kon ik tenminste ook nog iemand van mijn werk van mijn vertraging op de hoogte stellen. Immers, wegblijven zonder een belletje, staat  praktisch gelijk aan voorgoed wegblijven

Mijn nieuwe fietscarriere zorgde wel dat ik geld blééf uitgeven: naast dat ik twee led-lampen moest aanschaffen (voor en achter a raison van 8,95 euro het stuk: duur  maar toch zeker essentieel nu ik die klootzakken van een politie geen enkele reden meer tot het uitschrijven van een boete gunde)  moest ik ook een dure met een soort gel gevulde zadelhoes  kopen.

Geloof me als ik zeg dat dit echt geen overbodige luxe was: zonder hoes kon ik er namelijk bijna niet op fietsen; het zadel was zo  scherp  dat het leek of het mijn zitvlak verder uiteen wilde rijten dan dat Moeder Natuur dat van nature al gedaan had. Op een dergelijk zadel 38 km moeten afleggen, wordt dan ineens  wel een  HEEL hele  lange afstand om uit te zitten.

Ook al verlichtte de hoes met gel dat lijden ietsjes, toch geloofde ik in een wereld waarin mijn zitvlak helemaal niets te lijden had:  ik gooide het oude zadel weg en ik installeerde een nieuw zadel, net als de hoes, ook met een soort gel gevoerd.

Gel op gel dat moest toch wel nog een stuk beter  gaan?

En ja hoor, al  na   een  week, liep  ik ‘s ochtend  niet meer het bedrijf binnen alsof ik het  kort tevoren nog een uur op een woedende stier had vastgebonden gezeten.

Het fietsen had zo zijn voordelen. Zeker toen ik nog in ochtend en avonddiensten werkte, heb ik in die fietsperiode die uiteindelijk iets langer dan een maand duurde, de maan vaker gezien dan ik in HEEL mijn leven VOOR die periode gezien had. Ik begon de maan op een bepaald moment maar te beschouwen zijn als mijn persoonlijke zon! Zeker omdat ik destijds in het warehouse werkte waar men duidelijk, toen dat warehouse werd neergezet, duidelijk heeft willen besparen op de kosten die het plaatsen van ramen met zich meebrengt.

Als ik ochtendienst had, moest ik om het allemaal te halen, werkelijk op een afgrijselijk vroeg tijdstip opstaan: 04:00, echt zo’n tijd waarop je normaal alleen opstaat om een of ander vliegtuig te halen.

Als ik dan om 5:00 op de fiets zat dan was ik ietwat voor 06:00 op mijn werk . Om 15:00 werd ik dan weer vrijgelaten en kon ik op mijn gemak nog langs wat speciale winkels die om 18:00 de deuren sloten

Had ik daarentegen avonddienst , dan was het allemaal een stuk relaxter; een wekker hoefde niet gezet te worden, eind van de ochtend in een op dat moment lekker rustige winkel je boodschapjes doen en ’s nachts, als je dan om 23:45 het pand mocht verlaten, was je na een uurtje fietsen in het volledige pikke donker, rond de normale naar-bed-gaan-tijd ( 12:30) thuis.

Eén ding viel mij wel als ik op de fiets zat. Ik heb zelf aan den lijve kunnen ondervonden dat Herman Finkers volkomen gelijk toen hij zei:

” U kent het wel, dat fietsen in Nederland. Wind tegen, regen tegen, hagel tegen. Gelukkig heb ik dan zo’n kindje voor mij op het stuur… Wij hebben trouwens twee kindjes, ook één voor mijn vrouw… ” (uit ‘ik ben mij er eentje’)

In het begin dacht ik, wellicht naief en vanuit een romantisch gevoel van rechtvaardigheid, dat de wereld en haar weersverschijnselen logisch in elkaar zat. Zo ging ik er in het begin nog gewoon van uit dat als ik vroeg in de morgen wind tegen had gehad, dat ik mij toch tenminste mocht verheugen op de terugrit: dan zou ik immers geduwd worden door de wind die ik dan mee zou hebben.

FOUT!, dat hoefde geheel niet  zo  te zijn.

Sterker nog: dit was bijna NOOIT het geval. Wind tegen tijdens de heenweg, gaf net zoveel garantie op wind mee tijdens de terugrit als beleggingsfondsen dat doen op een positief rendement bij je inleg . Na een week mijn tong op de trappers gefietst te hebben, begon ik in te zien dat iedere voorspelling die ik deed op basis van de logica, wat betreft de windriching betrof, niet uitkwam. Op die twee wapperende vlaggen, daar hoog in die palen bij mij werk, sloeg ik daarom al snel geen acht meer op; welke richting zij die dag toevallig ook opwapperden, dat hoefde werkelijk NIETS te zeggen over de windrichting en of die eventueel gunstig was voor de  terugrit.

En dus liet ik de logica los…. en begon ik te gokken (dat korte tijd later overging in hysterische klaagzangen richting diegene die ik toch wel verantwoordelijk  hield voor het reilen en zeilen van de wind: Broeder Wind:

“Als ik NU wind tegen heb, ja, dan heb ik……

**##%%@ **%

op de terugweg vast ook weer wind tegen (snelle leerling)

.. ..maar MORGEN…..

….DAN moet ik de wind toch wel een keer mee hebben?”

Logica, meteorologie, filosofie,ethica, zelfs mijn immer laatste strohalm religie; Broeder wind was er niet van onder de indruk: werkelijk ALTIJD had ik de wind tegen. En geen kinderachtige wind , nee nee, nee, je moet goed begrijpen dat dit verhaal zich in de Flevolandse polder afspeelde , wat betekent dat je een weids landschap van uitgestrekte weilanden moet voorstellen, maar denk dan wel  alle bomen weg: want daarvan is er in de polder geen een te vinden! En was dus ook niet wat iets van die klote wind voor me kon opvangen. Op het laatst begon ik dan ook uit pure dankbaarheid naar de boeren te zwaaien wanneer ik ze ergens buiten  op hun erf zag rondscharrelen. Want je kan veel van boeren zeggen, maar 1 ding hebben de pioneers in onze Flevopolder toch goed gedaan: dat is namelijk dat ze ooit om de 3 km een boerderij hebben neergezet: die boden mij tenminste gelukkig toch nog af en toe en kort moment van beschutting tegen immer harde wind.

Nee, het doorgronden van Broeder Wind ging mij in het geheel niet goed af. Wel leerde ik al snel zijn zuster goed kennen: Zuster Motregen; Altijd nat en gek op familie; waar haar broer was, daar was zij.

Maar zoals gezegd: het fietsen had ook zijn voordelen. Collega’s bewonderden mijn dagelijkse helletochten (vergelijkingen met de fietstochten van 80 km en meer, tijdens de Tweede- Wereldoorlog, op houten velgen, enkel om een zak aardappels te halen, werden al snel en niet alleen door mij gemaakt) en beseften dat ik toch wel over enig doorzettingsvermogen dan wel een bepaalde vorm van motivatie moest beschikken om zo te moeten bikkelen om op mijn werk te komen.

En  zo kwam het dat ik, eigenlijk zonder dat ik er iets extra’s voor te hoeven doen, toch weer iets van indruk maakte op mijn baas.

Waar de open dag voor mij gesloten bleek, bleek het onderwerp ‘fietsen’ dan toch wel de deur waarmee ik het hart van mijn baas kon bereiken. Mijn baas is namelijk een fervent fietser (tegenwoordig roept hij minstens 2 x per dag : “had ik jullie al verteld dat ik deze zomer de Mont Ventoux heb beklommen) en toen hem ter ore kwam dat ik elke dag 40 km moest fietsen, zei hij oprecht: God, wat knap van je!”, om daarna snel toe te voegen, dat hij er elke avond toch wel 60 fietst.

Tja, baas boven baas, wie zal het zeggen?

Ander voordeel was dat ik van dat verplichte fietsen een conditie kreeg als een paard, benen als scheepskabels en een longinhoud als de luchtballon van Richard Branson ( nou ja, die ballon waarmee hij dan niet neerstortte dan).

Nog een bijkomend voordeel: als ik ochtenddienst had en ik moest om 0600  beginnen, dan was ik, ook al was ik om 04:00 opgestaan, na een uurtje trappen toch echt wel wakker… daar kon geen mok espresso tegenop!

De dagen gingen voorbij, manen wasten en namen af, net als mijn lichaamsgewicht trouwens  want de kilo’s vlogen er werkelijk af

Waar ik aan het begin van mijn verplichte fietsavontuur zo rond de 85 kilo woog, woog ik op een gegeven moment nog maar 77 kilo! Als ik niet wilde dat ik volledig zou wegsmelten, werd het hoog tijd dat men mijn rijbewijs eens teruggaf!

Ik was inmiddels te weten gekomen dat men een klaagschrift kon indienen waarin je aannemelijk moest maken dat het nodig was dat je je rijbewijs echt nodig had. Alleen aangeven dat dat je hem voor je werk nodig was, was niet voldoende.

“Tja, dat had je eerder moeten bedenken, is dan nog wel eens de standaardzin die de rechter je wil tegenwerpen (die trouwens, nu ik dit opschrijf,   best wel eens familie kon zijn van Oom Agent de Gniffelaar).

Nee, als je echt de zielenpoot wilde uithangen, zou je op zijn minst moeten kunnen melden dat jou door de werkgever voorwaardelijk ontslag is aangezegd en dat er bij daadwerkelijk ontslag  je kinderen van die hongerbuikjes zouden krijgen. En o ja, vergeet de vliegen in de ogen niet, doet het ook altijd wel goed.

Maar aangezien ik geen kinderen heb en het niet hebben van een rijbewijs niet op zichzelf een reden tot ontslag zou opleveren (als ik maar wel iedere dag op het werk kon verschijnen) besloot ik ‘dramatisch tot aan levensgevaarlijk gewichtsverlies’ aan toe als hoofdreden op te geven om mij mijn rijbewijs onverwijld terug te geven

De brief ging zo:

‘Hiermee wil ik gebruik maken van mijn recht om een klaagschrift in te dienen tegen de beslissing van de officier van justitie, mevrouw xxxx, om mijn rijbewijs tot aan de terechtzitting in te houden.

Hoewel ik erken dat er een te hoge snelheid is gemeten en dat daarom een inhouding/invordering van het rijbewijs een voor de hand liggende maatregel is, zijn er mijns inziens een aantal redenen die het rechtvaardigen mijn rijbewijs onverwijld mogelijk weer terug te geven.

Ten eerste is dit de eerste keer dat mijn rijbewijs is ingevorderd; ik ben dus zeker niet ‘hardleers’ te noemen. De inhouding heeft er voor gezorgd dat ik nu pas ten volle besef hoe waardevol zo’n rijbewijs eigenlijk is. Ook al heb ik eerder een aantal milde verkeersovertredingen begaan (allen Mulderovertredingen), nog nooit heb ik iemand in gevaar gebracht: nooit met alcohol op gereden en nooit te hard gereden in de bebouwde kom. Ook deze overtreding vond plaats op een landweggetje (buiten de bebouwde kom) waar weinig tot geen verkeer rijdt.

Ten tweede ben ik nu genoodzaakt mij met de fiets naar mijn werk te begeven. Ook al is dit in de zomer minder erg dan als de invordering in de winter had plaatsgevonden, toch ben ik nu anderhalf uur bezig om naar mijn werk – vanuit mijn woonplaats 40 kilometer heen en terug- te komen. De reden dat ik per fiets moet, is namelijk dat ik geen mogelijkheden heb om met iemand mee te rijden, aangezien er niemand uit mijn woonplaats hoeft te komen om naar het werk te komen. Bovendien rijden op het tijdstip dat ik moet werken (0.600 aanwezig zijn) geen bussen. U zou natuurlijk kunnen zeggen:”Dat is uw probleem.” , maar het zou u sieren en het zou tevens getuigen van uw besef van het rechtsprincipe van redelijkheid en billijkheid , dat u, zeker als u in ogenschijn wil nemen dat ik al behoorlijk wat kilometers heb afgelegd om over mijn zonde te kunnen nadenken, wellicht wil overwegen dat ik al behoorlijk wat heb geleden, daar op die gammele fiets: meestal de wind tegen, maar tegenwoordig ook steeds vaker, naast wind ook de regen tegen.

Tenslotte wil ik aangeven dat ik behoorlijk onder de indruk ben van deze inhouding en ben dan ook voornemens nooit meer 1 kilometer te hard te rijden en ook alle andere verkeersregels strikt op te volgen.

Ergens ben ik blij dat de inhouding heeft plaatsgevonden: niet alleen heeft het fietsen mij al wat overtollige kilootjes opgeleverd, tevens heeft het mij een aantal fraaie maangezichten opgeleverd (als je om 4.00 op weg moet, dan wil je de maan nog wel eens van een hele andere kant zien) .Ook zal mijn nieuwe voornemen (zoals ik hierboven beschreef) zeker heel wat verdere boetes voorkomen en ook de verlaten landweggetjes zullen nu nog veiliger worden.

Wat ik maar wil zeggen: het is goed geweest dat de invordering heeft plaatsgevonden, maar ik heb nu mijn lesje wel geleerd. U wilt toch ook niet op uw geweten hebben dat er van mijn 77 kilo (voor de inhouding 85) bijna niets meer overblijft?

Maar zoals altijd: de keus is en blijft aan u.

Met vriendelijke groeten,

Ik.”

Dat van die gammele fiets was trouwens een aperte leugen. Ik had van de mountainbike toch een aanvaardbaar rijijzer gemaakt. Ook was mijn bewering dat ik geen mensen kon vinden waarmee ik kon meerijden niet helemaal waar. Die waren er namelijk best, maar laten dat nu niet de mensen zijn waarmee ik vrijwillig een uur in een blikken vierkante meter opgesloten mee wilde zitten. Dan maar liever fietsen! En als het werkelijk moest, had ik nog gelopen ook!

Toen ik op de hoorzitting van de raadkamer in Lelystad moest verschijnen om mijn klaagschrift toe te lichten (waarom dat nou weer nodig was begreep ik ook niet; dacht dat ik in mijn brief  toch heel duidelijk was geweest), begreep ik al snel dat het feit dat het de eerste keer was dat ik zo’n grove verkeersovertreding had begaan en het feit dat ik toch al redelijk wat tijd op de fiets had doorgebracht (38 dagen) om over mijn zonden te kunnen nadenken, dat het toch echt die laatste zin van het klaagschrift was geweest die indruk had gemaakt.

De rechter, tijdens het grootste deel van de zitting het toonbeeld van onbewogenheid) liet mij op een geven moment zien dat de studie in stoffige wetboeken, zijn gevoel voor humor toch niet had aangetast

‘ Eh..ahum,  en ik begrijp dat u zich zorgen maakt of er nog wel wat van u overblijft?”

Hij keek mij dan wel strak aan maar toch zag ik dat er toch iets van glimlach in zijn gezicht wilde doorbreken

Zonder daadwerkelijk op een antwoord te wachten, vervolgde hij:

‘Nou ja, gezien het feit dat het de klager zijn eerste serieuze overtreding is, gezien het feit dat klager geen andere mogelijheden heeft om op zijn werk te komen., gelast ik het OM tot onverwijlde teruggave van het rijbewijs.”

Die uitspraak deed hij op een donderdag, de maandag daarop zou het opgestuurd worden, dinsdag kreeg ik een aangetekende brief van de officier van justitie, woensdag, na het werk haalde ik hem op en donderdag kon ik de wegen weer onveilig maken…

….maar dat deed ik natuurlijk niet.

Meer dan half jaar verstreek zonder dat ik van welke officiële instantie dan ook, iets hoorde. Ik begon al te denken dat ik weer eens door de mazen van het net was geglipt. Maar helaas, zo rond half januari kreeg ik dan toch een brief waarvan ik dat kenmerkende briefhoofd herkende en mijn hart sloeg ter plekke een slag over.

Of ik ter zake van de invordering van mijn rijbewijs maar even op een hoorzitting van het OM wilde komen …want anders werd de zaak sowieso doorgespeeld naar de rechter.

Nou nou, dacht ik bij mezelf toen ik deze zin als, moest dat allemaal nou meteen zo agressief?

‘C’est le ton qui fait la musique, hoor’ , maar ja, als de brief niet eens ondertekend was, wie van de waarheid van deze levenswijsheid te overtuigen?

De bedoeling van de hoorzitting was dat ik mijn verhaal kon doen en dat ze van het OM  mij dan een transactievoorstel zouden doen voor een bepaalde strafbeschikking, en dat zou dan hoogstwaarschijnlijk, zo had ik al wel op het internet gelezen, een boete zijn waarmee je verdere strafvervolging afkocht.MAAR…  stond er geniepig bij…. met het betalen van een boete voorkwam je NIET dat je naam niet in het register snelheidsovertreders ( soort ranglijst maar dan anders) werd opgenomen en, mocht je binnen twee jaar een zelfde soort overtreding maken, ook niet dat je rijbewijs niet alsnog werd ingenomen.

Nou ja, dat laatste; misschien  zat daar misschien nog wel wat in ook.

En misschien moest ik inderdaad  maar eens op zo´n transactievoorstel ingaan. Eens kijken waar ze mee zouden komen.

Bij gebrek van een agenda (niemand miste mij destijds ..

trouwens,

ai,pijnlijk

nu eigenlijk nog steeds niet

plantte ik de datum, zoals ik altijd ook de datum van de tandarts, de dokter en de gasmeterman in mijn hoofd onthield,

ergens in mijn hersenpan.

Een week nadat de hoorzitting inmiddels had plaatsgevonden, belde ik met het CVOM (Centraal Verwerking Open ministerie) in Utrecht.

” Hallo, ik zal maar meteen het parketnummer zeggen dan weet u meteen mijn naam ook en dan weet u ook meteen van de hoed of de rand.

………..

-O, u WEET mijn naam al?

…………………..

-En u weet ook al van de hoed en de rand?

…………………………………………..

-En dat kan u allemaal zien aan mijn telefoonnummer ?

………

-Nou lekker dan!

………………………..?

-ja, inderdaad dat is mijn naam, ja.

………………………?

-Ja, klopt, dat is mijn adres, ja.

……………………..?

-eh, ja, dat is mijn moeders meisjesnaam ja,

……………………………..?

-Ja, hoor, klopt helemaal hoor, op die site zit ik best wel vaak:

beschouw die man gewoon als een held!

…………………….?

Wat bloedgroep? AB, was dat nou de zeldzame of de veelvoorkomende bloedgroep?

……………….

De zeldzame? Ok, dan klopt die ook, ja.

………………………………………..?

Nee, DAT WAS GEEN REUMA

dat was jicht .En als je het weten wil, die ziekte komt alleen voor bij hele rijke mensen voor hoor!

………………………….?

DIE KUNNEN MIJ INDERDAAD NIET GROOT GENOEG ZIJN JA .

JEEZZZZ!!!!!!!!!!

…jullie weten verdomme wel alles zeg,

maarre nu waar ik eigenlijk voor bel….

…….?

Ja precies ja, … de hoorzitting., dat weten jullie dus ook al!

……

Goed, zei ik nu toch eindelijk murw geslagen.

weet u dan misschien ook …?

.. : ..

15:30?

.. : ..

ok, 15:30 dus inderdaad

Goed, dan zal ik zorgen dat ik volgende week om 15:30….

…….

wat zegt u ?

De hoorzitting is vorige week geweest???????????????

………………….8……………

Maar die was toch niet de 8 e februari?

…………………………………………….!

Jezus en ik maar denken dat het de 18e was.

Nou, die heb ik dus gemist,

En nu,, wat gebeurt er als je de hoorzitting hebt gemist?

……..

Ja? Moet ik dan  écht naar de rechter?

Nadat ik de hoorn op de haak had gelegd, voelde het onvermijdelijk lot van een gang naar de rechter toch een beetje aan alsof de aarde onder mijn vandaan gevallen was. Of nou ja, niet overdrijven; MIJN leven mocht dan wel over zijn, de andere aardbewoners zouden nergens last van hebben.

Potverdorie, mijmerde ik voor me uit, voor de rechter staan en hoogstwaarschijnlijk nog veroordeeld worden ook, dat klonk toch allemaal niet best… carrierewise  gezien dan. Niet dat ik nog erg veel hoop heb dat het economisch mij ooit helemaal goed komt,  maar dít zou daar in ieder geval niet bij helpen!

En als ik al hoopte op een lage straf (ik had om mij heen gehoord dat ik boetes moest verwachten van astronomische hoogtes: het laagste bedrag dat ik hoorde was 700 euro boete, het hoogste bedrag 1700 euro en daar zou ik hoogstwaarschijnlijk nog niet eens mee klaar zijn.

Er was namelijk ook nog eens iets van ‘anti-hufter cursus’ waarmee andere mensen me dan weer bang probeerden  te maken: die begon pas vanaf 1000 euro en moest je direct aan een of ander schimmige (en uiteraard aan de staat gelieerde) autorijschool betalen. Al snel begreep ik uit informatie op internet dat ik misschien dan wel een hufter was maar niet zo’n grote hufter dat ik een cursus zou moeten volgen om geen hufter meer te zijn. Ik had namelijk niet in een woonwijk 50 km te hard gereden of op de snelweg de mensen in gevaar gebracht; alleen als je díe dingen uithaalde, kwam was je een echt hufter in kwam je in aanmerking voor een anti-hufter cursus.

Toch  bleef ik de zaken behoorlijk somber zien:`Worst case’ scenario was dat  ‘geld’-deel van het woord spaargeld in mijn geval in één klap volledig zou verdwijnen

(Poef!! Aaaaaaannnddd it’s gone!!)

waardoor ik slechts de gebiedende wijs van dat woord zou overhouden:

Spaar!

Ook vreesde ik dat de rechter me harder ging straffen dan ik eigenlijk verdiende, omdat hij me wel eens kon verwijten dat ik niet op de hoorzitting van het openbaar ministerie was verschenen….dat hij dat zou zien als een soort arrogantie of een blijk van geen respect.

Dáár zou hij dan weer wel volkomen gelijk in hebben!

Tuurlijk had ik geen respect voor het OM of de rechter (maar dat is stof voor een ander verhaal) , maar dat hoefden zij nog niet te denken! Ik zou dat missen van die hoorzitting  gewoon gooien op het ontbreken van een agenda!

Pas een paar maanden later (even dacht ik toch weer een gat in het boevennet gevonden te hebben) kreeg ik een brief. Of ik mij 29 augustus om 15:30 op de rechtbank te Lelystad wilde melden.

29 augustus dus, nu toch maar eens noteren dacht ik,

want dat was tenslotte

wel mijn

Judgement day.

Maar… zo bezwoer ik mijzelf… zonder slag of stoot zou ik mijn spaargeld toch niet afgeven. En zeker niet aan de staat die in mijn ogen makkelijk als de grootste bende bandieten van dit land bij elkaar kunnen worden betiteld.

Dit keer had ik de datum dus al vanaf begin augustus in de smiezen. Dit keer zou ik de zitting echt niet mislopen.

Ruim van tevoren belde ik voor de zekerheid toch weer even met het OM in Utrecht, dit keer  om de datum van de echte zitting te verifiëren. En misschien was dat eigenlijk ook wel een beetje overbodig. Ik had namelijk niet 1 keer een brief van het OM gehad. ik had er wel  3 gekregen! Precies dezelfde brief over precies dezelfde zaak, met een uitnodiging (wat zeg ik: eerder sommering) om op precies hetzelfde tijdstip op de rechtbank te Lelystad te verschijnen.

De staat moet wel bijzonder krap bij kas zitten dat hun loophonden zo aan me liepen te  trekken!

Maar aan de andere kant, die drie uitnodigingen maakten dat ik me vast heel erg welkom zou voelen, daar op mijn eigen zitting.

Drie formele uitnodigingen op papier; één van hen moest in die chaos die een verbouwing nu eenmaal met zich meebrengt, toch kunnen terugvinden? Vond het al zo goed van mijzelf dat ik toch ruim op tijd begon af te vragen hoe laat en waar de zitting ook al weer was. Uiteindelijk vond ik er een terug, maar voor de zekerheid belde ik toch maar weer met iemand van het OM in Utrecht dit keer niet zozeer om de datum het tijdstip te weten te komen, want dat had ik al op papier, nee, dit keer belde ik ze  om het een en ander toe te lichten; bijvoorbeeld wat ik allemaal moest ik meenemen (Ausweiss bitte); wat ik zeker moest ik thuislaten (pistolen, hamers, zwaarden) etc etc..

Toch zat een vraag me toch behoorlijk dwars. Mocht  ik nu wel of niet een pitbull mocht meenemen naar de zitting?

Nee, huisdieren mochten in het algemeen niet naar binnen. Een uitzondering op die vast regel was het wanneer je blind was en het huisdier fungeerde als je blindegeleidehond . Besloot ter plekke dat ik nog voor de zittingsdatum, mijzelf blind zou hebben gezocht naar een geschikte pitbull die ik ook nog kon africhten als blindengeleidenhond:

Voort Astro!

See!

if you can

kill and attack

something!

Ik moet zeggen, de vertegenwoordiger van mijn tegenpartij, dat het OM in feite toch wel was, was wat hen strategie betreft, bijzonder openhartig. Op een of andere manier stuitten diegene aan de andere kant van de telefoon en ik al gezellig babbelend op de strafeis.

Toen ik zo brutaal was om te vragen of hij toevallig niet wist van voor straf het OM tegen mij zou eisen, vertelde hij hier zonder omwegen over. Daar bleken ze dus in het geheel niet moeilijk over te doen.

Het OM zou naar hij begreep 680 euro boete eisen (dat me nog alleszins meeviel; was door al die verschillende verhalen steeds van 1000 euro uitgegaan) en eenzelfde aantal dagen onvoorwaardelijke rijontzegging eisen als ik die aan verplichte fietsdagen al genoten had (dus daar merkte ik niets meer van want die had ik namelijk  al weggefietst).Daarbovenop zouden ze nog wat ‘voorwaardelijks’ (ik geloof 60 dagen) eisen maar dat snapte ik niet helemaal, maar ik denk dat het ongeveer betekende dat als ik nog een  stunt zou uithalen, dat ik dan mijn rijbewijs alsnog 60 dagen kwijt ben.

Iets wat ik wel meteen begreep was de proeftijd die het OM volgens hem aan de rechter zouden voorstellen: een proeftijd die twee jaar zou moeten duren.

Ik begreep namelijk meteen dat als deze straf aan mij zou worden opgelegd, dat het dan zaak was dat ik de komende twee jaar als een soort opa zou moeten rijden, en niet zomaar een opa, nee, een opa die van zijn ruime pensioen (hij wel!) zo veel had gespaard dat hij geld genoeg had om een spiksplinternieuwe Toyota te kunnen kopen en die hij na zijn dood aan zijn leukste kleinkind dacht na te laten. Zo voorzichtig zou ik moeten rijden dus.

Jammer dat kleinkind nu nog niet weet dat de (r)overheid onder het mom van erfbelasting, de Toyota nog onder nog de niet eens koudgeworden kont van opa, uit zijn handen vandaan zal jatten.

“Probeer wel om te komen”, gaf de behoorlijk jeugdig klinkende jongen aan de andere kant van de telefoon mij ongevraagd als advies, ”Als de rechter je namelijk bij verstek moet veroordelen, nou tel er dan maar rustig een paar maanden volwaardelijke rijontzegging bij op. Enne die boete, plus die maar met een eurootje of 500.”

Nou ja ,zeg! Waar bemoeide die snotneus zich eigenlijk mee!

NATUURLIJK zou ik komen, daar hoefde deze Inholland HBO-er (‘Komt allen naar onze hogeschool; want wat je ook bij ons komt doen; studeren, feesten,dakdekken of de plee’s schoonmaken: je diploma is al onderweg!) me heus niet aan te herinneren . Dat broekie had waarschijnlijk net genoeg van het Nederlands Recht opgestoken om de burgers, pardon, CLIËNTEN, nog ietsjes langer in de waan te laten dat die uiterst effectieve computerstem HELEMAAL NIET op een geven moment  de echte mens aan de andere kant van de telefoon zal gaan vervangen wanneer je met de overheid moet overleggen over je lijfeigenschap jegens haar.

Ruim op tijd vroeg ik vrij aan mijn baas. Was er maar gewoon eerlijk over. Ik stuurde hem een kort briefje met de zinnen

27 augustus: controle neus AMC (ja, dat is weer een ander verhaal) en gasmeterman ………

Is it a bird?

no!

Is it a a plane?

no!

It is gasmeterman!!!!!!)

29 augustus :rechtbank lelystad:rechtszaak inzake verdediging invordering rijbewijs.

Hij was verder niet nieuwsgierig naar de rechtszaak, althans, hij vroeg er tenminste niet verder naar door en zo kreeg ik ineens, in een verder hele normale werkweek, twee volle dagen vrij.

Heerlijk, ik beschouwde het bijna als een soort hinkstap-midweek: maandag niet, dinsdag wel, woensdag niet, donderweg wel… ja en dan zou de vrijdag inderdaad ineens wat langer kunnen duren dan normaal.

Maar zover was het nog niet. Eerst moest ik nog even zorgen dat ik het recht toch een beetje mijn kant op zou kunnen buigen. Het weekend voor de midweek was ik al begonnen met iets van een soort verdediging op papier te zetten; ik wilde namelijk absoluut niet met mijn mond vol tanden staan bij zo’n belangrijke en waarschijnlijk toch wel eenmalige gebeurtenis. Kreeg er op een gegeven moment zelfs lol in om te verzinnen op welke wijze ik mij allemaal kunnen verdedigen. Op het laatst waande ik mij toch een beetje de Aleksandr Solzjenitsyn van de Flevopolder. U weet wel, van dat beroemde boek ‘De Goelag Archipel’

Ik besloot dat de frontale aanval misschien nog wel de beste verdediging zou kunnen opleveren.

De maandag voor de woensdag dat ik voor moest komen, schreef ik het grootste deel van mijn pleidooi.

Het begon zo:

Edelachtbare,

Over de schuldvraag hoeft in deze rechtszaal hier niet meer worden gediscussieerd: dat ik schuldig ben aan het ten laste gelegde, erken ik namelijk en dit erkennen doe ik ook zonder dwang.

Vatten jullie hem…Waterboarding anyone? Nee, Guantanamobay dan? Nou ja… ’t is misschien wat subtiel maar de goede verstaander heeft genoeg aan slechts een half woord.

Echter, waar het de officier van justitie gegeven is een bepaalde straf tegen mij te eisen, mag ik in mij hier in deze rechtszaal tegen deze eis proberen te verdedigen, al dan niet met behulp van een advocaat waar ik vandaag, zoals u kunt zien, om uiteenlopende redenen, niet voor gekozen heb.

Nou ja, dat zei ik dan wel, maar ik wist dit eigenlijk nog niet eens zeker toen ik de tekst  had ingestuurd, . Later heb ik het opgezocht en ontdekte dat een advocaat inderdaad alleen verplicht is in bepaalde civiele zaken zoals echtscheidingen en geldvorderingen boven de 25.000 euro). Ook ontdekte ik dat men wel een advocaat in moet schakelen als je zaken voor het gerechtshof wil brengen (zaken in hoger beroep) of wanneer je naar de Hoge Raad (zaken in cassatie) moet; voor de overige zaken mag je dus je geheel je eigen verdediging voeren, dus ook in strafzaken zoals de mijne.

Pfieuw… had ik tenminste niet gelogen.

Volgens het Nederlands Recht (en zolang ik hier vandaag geen overtuigende bewijzen zie die mij het tegendeel doen laten geloven) staat u boven de twee hier aanwezige partijen en alleen u bepaalt uiteindelijk of en wat de straf is die aan mij, de verdachte, moet worden opgelegd.

Dít was een van de weinige zinnen die ik later heb aangepast. Ik vond de zin achteraf toch en beetje te brutaal en te suggestief. De goede verstaander (daar heb je hem weer) zou begrijpen dat ik impliciet suggereer dat de rechter toch ook wel eens NIET boven de partijen zou staan ….. en dus zijn oren laat hangen naar één van de partijen. In mijn ogen is dat ook zo. Vaak is dat de staat (lees bijvoorbeeld over de Chipsholaffaire) en nog vaker zijn het ‘vrinden’ uit het ‘Old boys network’ (zoals studiegenoten of leden van dezelfde studentensocieteit als waar zij ooit bij hebben gezeten).

Dat het trouwens echt geen onzin is wat ik hier allemaal beweer, kan men bijvoorbeeld lezen als je deze link volgt:

http://www.schipholwanbeleid.nl/schipholgate/liegende-oud-rechter-westenberg.html

Nee, die zin van

‘en zolang ik hier vandaag geen overtuigende bewijzen zie die mij het tegendeel doen laten geloven’

moest ik maar eens niet gaan uitspreken: dat zou namelijk wel eens het humeur van de rechter kunnen aantasten waardoor ik mogelijk ook weer een hogere straf zou krijgen…waardoor ik ook weer een slechter humeur zou krijgen etc. etc.

Daarom liet ik die impliciete sneer maar weg .

Volgens het Nederlands Recht staat u boven de twee hier aanwezige partijen en alleen u bepaalt uiteindelijk of en wat de straf is die aan mij, de verdachte, moet worden opgelegd.

Ik ging verder  maar besefte dat ik nog een lange weg te gaan had voor ik mijn brief kon kon afsluiten met  ‘Hoogachtend, een door allerlei externe feiten en omstandigheden misleid en dus volkomen onschuldig schaap…. mehhhh’

U heeft de officier van justitie gehoord, ik zou het op prijs stellen als u mij nu wilt aanhoren:

Als eerste een paar feiten

(ah ja, feiten  doen het altijd goed bij rechters):

Feit 1

Dit is mijn eerste serieuze snelheidsovertreding waarvoor ik mij voor rechtens

(rechtens, o ja, schitterend woord! Zeker in dit geval! Als dat geen punten scoorde, dan wist ik het ook niet meer!)

moet verantwoorden. Hiermee impliceer ik niet dat ik soortgelijke overtredingen heb begaan en dat ik me daar nooit voor heb hoeven verantwoorden, nee

(stel je voor!!)

,ik bedoel hier enkel mee dat ik wel eens eerdere overtredingen heb begaan maar dit waren altijd Mulderovertredingen en konden zonder inschakeling van een rechter worden afgehandeld.

Heb dat woord ‘Mulderovertredingen’ wel eens vaker opgevangen en op een of andere manier ging van dat woord altijd een soort verzachtende en sussende werking uit; alsof zo’n overtreding eigenlijk niet zo heel veel voorstelt. Daarom dacht ik: ‘Kom, ik gebruikt het hier eens… baat het niet dan schaadt het niet!”

Vandaag moet u er helaas aan te pas komen

(tja, die man doet,  net als een normaal mens,waarschijnlijk liever ook wat anders dan dag in dag uit de IQ- quotienteel wat minder bedeelden onder ons te moeten veroordelen….

…..Hee, hee, nu niet niet meteen naar mij kijken he, pas op hoor, ik was op dat moment slechts VERDACHTE; mijn domheid moest nog rechtens (!) worden vastgesteld )

en ik moet u zeggen; vanaf het moment van de invordering van mijn rijbewijs tot de zitting vandaag, ben ik zeer onder de indruk van de machinaties

Ja, inderdaad,dat was een weer een steek onder water: een verwijzing naar het lied ‘Welcome to the Machine van Pink Floyd, daarmee aangevende dat ik heus wel doorheb dat dat gajes niets liever wil dan dat de politiestaat wordt ingevoerd, liever vandaag nog dan morgen. Zitten zij tenminste veilig met hun van ons geroofde miljoenen!!

die in werking treden als men in een onbewaakt ogenblik, het gaspedaal harder indrukt dan strikt nodig is om thuis te komen.

(ahhhhhhhhhh, ben ik geen schatje? ? Ik schreef nog net niet ‘per ongeluk het gaspedaal ingedrukt’ , maar ik bedoelde het natuurlijk eigenlijk wel. Wie nu geen medelijden met mij zou kregen,moest wel een hart van steen hebben.

Laat ik zeggen dat de afschrikwekkende werking die de bepalingen uit een wetboek toch zouden moeten hebben in mijn geval heeft gewerkt.

Oftewel… hou nu maar op over boetes en al die andere hoogst irritante woorden; dat moeten we allemaal niet willen met elkaar.

Feit 2

Vanaf het moment van de invordering van mijn rijbewijs tot aan het teruggeven ervan door de raadkamer, ben ik ten volle gaan beseffen hoe waardevol een rijbewijs eigenlijk is. Als er een ding is wat ik geleerd heb tijdens die 1,5 maand dat ik mijn rijbewijs kwijt was, dan was het wel dat zo’n rijbewijs toch verrekte handig is als je niet elke dag 3 uur per dag wil fietsen om op je werk te komen.

Nou, daarvan was in ieder geval geen woord van overdreven, laat staan gelogen!!

Maar zei Johan Cruijff niet: “Elk voordeel hebt zijn nadeel”?

Jawel, joh, juist wel! TUURLIJK kan ik hier Johan opvoeren als ondersteunend argument; met Johan kan je OVERAL voor de dag komen! Die man  is compleet salonfähig bij dat soort gasten!

Door het gedwongen fietsen heb ik lang over mijn zonden kunnen nadenken, verbeterde mijn conditie als vanzelf, verbrandde de overtollige kilootjes die ik al langer kwijt wilde en was ik in staat de maan op hele andere tijdstippen te aanschouwen dan ik gewend was.

FF lachen nu,  meneer de rechter, ik heb dit pleidooi wel voor U geschreven hoor!

Feit 3

Ik heb een uitnodiging van het Openbaar Ministerie om op een door hen georganiseerde hoorzitting te verschijnen, aan mij laten passeren. Een hoorzitting met als doel dat ik in deze zaak het een en ander kon toelichten.

Ik heb deze mogelijkheid, zoals gezegd, aan mij laten passeren. Niet omdat ik geen respekt heb voor het Openbaar Ministerie, dat zal u later nog wel inzien,

Daarop heeft de rechter trouwens lang op moeten wachten want die bewering heb ik namelijk nooit nergens meer met een voorbeeld onderbouwd… hahahaha.. SUCKERS!!!!

nee, laat ik zeggen dat het meer een logisch gevolg was van de chaos van mijn toenmalige leven; een tijd waar in een agenda nog geen grote rol speelde. Zoals ik tot dan toe gewend was, onthield ik altijd alle data waarop ik iets belangrijks moest doen.

Zie je wat ik doe? Hier probeerde ik mezelf het imago van de verstrooide professor aan te meten; je weet wel, de intellectueel die zijn leven dan wel niet helemaal op orde mag hebben, maar die tenminste nog wel zo intelligent is dat je er als een rechter toch nog een normaal gesprek mee kan voeren…. .

daarmee aangeven dat ik volstrekt niet behoor tot het gajes waar hij normaal de hele dag mee te maken wanneer hij recht behoorde, pardon, recht PROBEERDE te spreken.

Van 8 februari, de dag van de hoorzitting, wist ik dat het een belangrijke datum betrof en deze had ik dus al meer dan een paar maanden van tevoren in mijn hoofd; echter na verloop van tijd veranderde 8 februari ongemerkt in 18 februari. Een paar dagen voor de 18 e belde ik met het CVOM in Utrecht om nog maar eens het precieze tijdstip van de hoorzitting te weten te verifiëren .

Zo kwam ik er dus achter dat de hoorzitting reeds had plaatsgevonden.

Tja , mooier kon ik het niet maken, wel complexer : ik besloot een hele grote jongen in stelling te brengen: Montesquieu, inderdaad ja, die van de scheiding der machten.

Een grote misser dacht ik aanvankelijk, die mij vast ook wel eens in hoge mate door u, meneer of mevrouw de rechter

(Emancipatie, doet het altijd goed als argument en vooral bij vrouwelijke rechters: die zouden nu werkelijk, uit pure (zelf-) adoratie, soppend van hun stoel gegleden zijn

op het moment van schrijven is dit mij nog onbekend), zou worden aangerekend.

Echter, naarmate de tijd verstreek, begon ik er steeds meer van overtuigd te raken, dat mij dit verzuim eigenlijk helemaal niet zwaar aangerekend mág worden. De scheiding der machten zou dat toch moeten waarborgen!

Ik zal dit verduidelijken

Hee  stomkop!, Ja jij! Wel een beetje opletten nu!

Het OM, oftewel de staat, is in deze zaak de eisende partij.

Stelt u voor ik had de voorkeur om nu alleen eens te maken willen hebben met het OM als dat in uw rechtszaal, onder uw auspicien zeg maar, gebeurt opdat U, als onafhankelijke partij er op kan toezien dat door hen, in feite toch mijn tegenstander in deze zaak, , de correcte juridische procedures worden gevolgd: dan moet ik die keus toch zonder enige repercussies kunnen maken? Wat als u mijn niet-verschijnen op de hoorzitting van het OM zou verwijten, dan zou u in feite een voorschot nemen op de schuldvraag die pas vandaag door u kan worden beantwoord.

Dit zou het grote moment worden in mijn pleidooi. Ik verwachtte dat het op dit punt in mijn pleidooi ineens heel stil  geworden zou zijn in de rechtzaal . Ik zag mij al staan, een verstild revolutionair, de handen dramatisch omhoog geheven en alle donkere hoeken van de rechtszaal ineens badend in het volle licht: een lichtschijnsel waarvan ook de rechter moeten erkennen  dat het alleen van God de Vader afkomstig zou kunnen zijn Die mij daarmee natuurlijk een teken gaf, dat Hij, juist omdat ik De Waarheid aan het preken was , mij volledig steunde in het zoeken naar de juiste woorden (want die kon ik in de  geestelijke donkerte van de  rechtszaal vast wel eens niet kunnen vinden).

Begrijpt u,

ook al heb ik al toegeven dat de zitting gewoon door een stommiteit ben misgelopen, ik zou er voor hetzelfde geld ook wel eens bewust voor gekozen hebben om de rechtszitting af te wachten en dientengevolge NIET in te gaan op het transactievoorstel van het OM dat ze op de hoorzitting aan mij hadden kunnen/willen doen.

Haha! Surprise!! Die had u niet verwacht he?

Dat heet ‘een aap die uit de mouw komt’ , ook wel ‘donderslag die bij heldere hemel klinkt genoemd’, of om toch wat meer bij mezelf te blijven… een mokerslag uitdelen met een wattenstaafje`

Ik zou wel eens meer vertrouwen kunnen hebben in UW oordeel dan in dat van het OM. En zo,n transactievoorstel is toch een beetje een soort vonnis.

Dus met andere woorden,  we kunnen hier wel  lang of kort over ouwehoeren, maar geef mij nou maar gewoon dat tientje boete en een aai over mijn bolletje… dan vergeef ik jullie dit hele belastingeldverslindende circus….  praten we wat mij betreft nergens meer over.

En dat vind ik nog steeds een vreemde gang van zaken: het OM is namelijk nog altijd niet tegelijkertijd de aanklagende als ook de rechtsprekende partij, alhoewel sommige procedures in dit rijbewijsinvorderingsproces er op wijzen dat het toch steeds meer die kant opgaat: ik hoef slechts te noemen dat de officier van justitie mag bepalen of het rijbewijs tot aan de zitting wordt ingehouden…. in feite is dat een voorschot op de feitelijke gerechtelijke uitspraak.

Game set match

Hier verwachtte ik eigenlijk dezelfde stilte als ik die even eerder verwachtte: daarna zou het goed zijn, vooral voor het stilte versterkende effect, toch ook wat engelengezang door de zaal moeten klinken:voor diegenen die tenminste oren hadden om te horen.

Dan zou ik nog wat willen zeggen over de strafeis:

Aha, hét moment was dan eindelijk aangebroken…IK zou  hier nu de eisen gaan stellen

Ik heb, na telefonisch onderhoud met het COVM vernomen wat de officier van justitie tegen mij gaat eisen. Onvoorwaardelijke rijontzegging als ik nog eens zo hard rijd en 640 euro boete.

Of het nu slim was dit te vertellen, weet ik niet, want ik had toch altijd het gevoel dat ik dit op een of andere manier niet had mogen weten).

Als u mij een onvoorwaardelijke rijontzegging oplegt in het geval ik nog eens zo hard rijd als waarvoor ik mij hier vandaag moet verantwoorden, dan zou ik daar weinig moeite mee hebben. Dit omdat ik, juist jegens mijzelf het adagium hanteer: wie niet wil luisteren moet maar voelen.

(behalve als het hele erge pijn zou doen doen, dan moet ik toch wat anders verzinnen… ben in tegenstelling tot het merendeel van de politieke top toch geen sadomasochist!)

Echter, aan de boete en vooral de hoogte daarvan, wil ik nog, als u mij dat tenminste toestaat, nog wel een aantal woorden wijden.

A joh, u kunt u uw lunchafspraak anders toch wel even gewoon verzetten?

Dat ik een boete zal moeten betalen, dat begrijp ik best. Dat hij ook enigszins hoog moet zijn en dus pijn moet doen in de portemonnee, dat begrijp ik ook nog wel. Maar, en hier zit bij mij een ander (juridisch) pijnpunt, wat is nu precies hoog? Iemand die 7000 euro per maand verdient, die lacht namelijk om 640 euro boete. Ik, daarentegen die 1600, euro per maand verdien waarvan ik, na aftrek van de vaste lasten, slechts 100 euro overhoud, huil bij zo’n hoog boetebedrag.

Daar viel mijns inziens niets tegen in te brengen, is de volledige waarheid, in ieder geval de socialistische versie ervan dan )

U kunt makkelijk zeggen: “Tja, zo is ons rechtstelsel nu eenmaal ingericht.”

Ziet U rechtertje, dat ik hier u  een opening bied;een kans om hier in uw eigen rechtszaal rechtsgeschiedenis te maken, jurisprudentie te creëren met daaraan ullie eigen dubbele namen eraan hangend! Dus kom op, doe eens gek! Leef! Break the law!

En dat is natuurlijk ook wel zo, Sterker nog, met het oog op klassenjustitie, valt daar ook wel iets voor te zeggen.

Nou, hier lieg ik dan toch echt grof: van mij mogen namelijk de ‘have’s’ veel harder gestraft worden dan de ‘have’s nots’; Waarom denkt u dat de ‘have nots’ eigenlijk niets hebben… dat wordt allemaal gejat door die ‘haves!’

Daarom moeten die ‘haves not’ af en toe wel een beetje terugstelen.. snapt u wel? ”

Maar toch, u moet het toch met me eens zijn dat er een groot verschil in de pijn die het doet voor een portemonnee waar elke maand 4000 euro netto inkomt en mijn portemonnee waar elke maand 1600 euro netto in komt. Wat dat betreft, meneer of mevrouw de rechter, zie ik veel meer in het Finse of Zweedse boetemodel: daar stellen ze namelijk een boete vast naar rato van inkomen.

Nee, FINSE en Zweedse boetemodel, zoek maar op….

…. met Google.

Ja Internet Explorer, zo kom je er ook wel !

GEWOON DIE WOORDEN IN EEN ZOEKMACHIEN TYPEN EN DAN OP ‘SEARCH’ DRUKKEN

My God!!

Ik wil u dan ook willen voorstellen om, juist vanwege de vrijheid die daarin u hebt,

Deze vond ik zelf een bijzonder sterke;  psychologisch gezien dan. Een beetje dwepen met zijn eigen vrijheid. Volgens mij valt het heel goed bij rechters als ze ook eens van zichzelf horen, dat ze ergens vrij in zijn. Het is namelijk ook wel eens leuk om dat van anderen te horen in plaats zij die vrijheid steeds aan andere mensen moeten gunnen.

en ook omdat ik denk dat u uit het voorgaande wel begrepen zult hebben dat een veel hogere boete mij echt niet meer zal doen inzien dat ik verkeerd heb gehandeld heb (dan ik nu al vanuit mijzelf al doe).

Daarom wil ik u vragen om bij het vaststellen van de hoogte van de boete toch enige coulance te betrachten.

‘coulance’…. ook zo’n mooi woord en hoe toepasselijk ook hier!

Ik zou u willen vragen om mij niet 640 euro op te leggen, het bedrag dat de officier van justitie eist, maar de helft daarvan

((Tja, als ik toch steeds zo rond de duizend euro boete verwacht had, dan klonk 320 euro boete niet eens zo onaantrekkelijk

De pijn is er namelijk niet minder om en, het allerbelangrijkste, ik heb mijn lesje écht wel geleerd.

Ik wil u danken voor uw aandacht.

En hierna zou het gebefte me natuurlijk juichend op de schouders hijsen en mij, al verontschuldigend en met tranen van dankbaarheid in de ogen (omdat ik hen immers tijdig heb doen inzien dat zij dwaalwegen aan het bewandelen waren), volledig gerehabiliteerd, naar mijn vrijheid dragen.

Zo had ik het tenminste in mijn gedachten voorgesteld; in werkelijkheid ging het toch wat anders.

Omdat ik veel te laat begonnen was met het schrijven ervan, zou ik mijn pleidooi, als ik tenminste nog een eindsprint zou inzetten, de dag voor de zitting nog kunnen toevoegen bij de overige stukken van mijn dossier. Helaas kon dat niet toegezonden worden middels e-mail zo had ik uit een eerder telefoongesprek vernomen. De rechtbank wilde namelijk, uit oogpunt van de privacy, de stukken enkel per fax ontvangen.

Ja ja, de overheid die de privacy wil waarborgen..,,, en hoe edel, nog wel MIJN privacy ook! Heb in jaren niet zo gelachen Alsof ze daar werkelijk één cent om mijn privacy geven! Nou ja, ze geven er misschien wel om …maar alleen als het gaat om de volledige opheffing ervan! Maar goed, dat is stof voor een andere discussie.

Een fax dus…. waar vond ik nou in Godsnaam een faxapparaat? Ik besloot de Bruna te bellen. Die hebben wel wat met kantoor dingetjes;wie weet hadden ze er ook een fax staan. Om 11:00 was ik pas tevreden over mijn pleidooi en wilde ik in de auto stappen om naar de Bruna te gaan. Ineens besefte ik dat ik, als ik daar was aangekomen, eigenlijk helemaal niets te faxen had. Want een fax, zo wist ik nog wel van het kantoor van mijn moeder, had papier nodig om iets mee weg te sturen: ik had slechts een digitale versie! Ik kon het ook niet even snel printen omdat mijn printer offline was (want geen inkt meer) net als er geen inkt meer zat in de printer van mijn buurman, juist in dit soort zaken meestal de reddende engel.

Dat ging allemaal lekker voorspoedig zo. Ik voelde dat de tijd onderhand toch wel begon te tikken.

Relax nou maar, stelde ik mezelf gerust, 15:30 begint de zitting pas; in 3,5 uur tijd kon ik verdorie toch wel ergens een paar printjes uitdraaien ? En als het moest, zette ik mijn verhaal gewoon op usb- stick en reed ik gewoon een paar uur vroeger naar Lelystad toe om het daar persoonlijk uit een printer op de rechtbank te laten jagen.

Wat een gedoe allemaal! En dat allemaal vanwege mijn privacy…pffff.

Voordat ik naar de Bruna kon moest ik eerst ergens zien uit te printen Ik herinnerde mij ineens de drukkerij van de dochter van de vorige bewoner van mijn huis (God hebbe zijn ziel ….maar ik betwijfel het)

en besloot daarom daar maar even naar toe te rijden. Zij had mij eens goed geholpen toen ik weer eens op één of de andere pabo zat en ik een zoveelste zinloos verslag moest uitprinten. Ik had dit haar toentertijd via de mail toegestuurd en na wat gehannes met het type bestand dat ze eerst niet en toen wel kon openen, heeft ze dat uiteindelijk keurig voor me uitgeprint.

Trouwens, dat via mijn mail uitprinten en dan de geprinte papieren laten faxen was eigenlijk nog de enige overgebleven manier om mijn pleidooi die dag op tijd bij de rechtbank af te laten leveren. Mijn usb-sticks lieten zich namelijk niet meer vinden: vanwege de  verbouwingschaos, dezelfde als die ook de drie uitnodigingen om ter zitting te verschijnen, bijna hadden opgegeten. Op stick aanleveren en dan uit een of andere printer op de rechtbank laten uitspugen, was dus al geen optie meer.

Ik twijfelde trouwens toch al of ik daar op de rechtbank uitgebreid achter een computer had mogen plaatsnemen en eens op mijn gemak mijn e-mail te openen om vervolgens te kijken uit welke printer ik mijn werk kon laten draaien. Ik bedoel; ook al was ik nog niet veroordeeld, ik bleef tenslotte nog wel een verdachte aan een strafbaar feit; die zouden men vast geen toegang geven tot het hart van hun operatie.

Het liep inmiddels tegen 12:00

Ik was er toch niet voorbijgereden?

Hier zat die winkel toch ergens?

Ik was al een paar keer langs het gebouw gereden. Geen drukkerij meer te vinden, althans niet diegene die ik bedoelde. D’r zat er wel 1, maar dat was de Multicopy, en daar wilde ik eigenlijk niet heen, dat was zo’n 10 uit een dozijn winkel, zo’n onpersoonlijke ook. Nee, ik wilde gewoon mijn eigen vertrouwde drukkerij vinden, want die moest daar toch ergens zitten? Of was ik nou gek?

Het werd uiteindelijk toch de Multicopy want die andere drukkerij leek wel compleet van de aardbodem te zijn verdwenen (inmiddels weet ik dat deze winkel 2 jaar geleden failliet is verklaard. )

“Goedemiddag, hebben jullie een fax”

Het meisje dan vanachter de winkel naar de toonbeeld liep was een jaar of 23 en ik betwijfelde of zij wist wat een fax was. Niet omdat ze er dom uitzag of zo maar meer omdat het misschien een apparaat was waarmee zij en haar generatiegenoten wellicht niet mee bekend was.

Slechts met haar ogen en het heffen van haar hoofd (het kwam nogal arrogant over) vroeg ze of ik mijn vraag wilde herhalen.

“Een fax, je weet wel zo’n ding dat papieren leest en een kopie daarvan dan naar de ander kant van een telefoonlijn stuurt, zo’n beetje uit de jaren 90….. eh, voor jou is dat waarschijnlijk de tijd van de Vengaboys. Nee? I am a barbygirl dan?“

Net toen ik van plan was om het refrein van het meest irritante lied ooit geschreven, te gaan zingen, zei ze tot mijn verbazing

“Ja hoor, die hebben we wel.

Wat wilt u precies faxen? ”

“Dat is dan meteen mijn tweede vraag. Zou ik even gebruik kunnen maken van jullie computer want dan kan ik het misschien vanuit mijn email printen.”

Dat was geen probleem en ik liep achter haar een ruimte binnen die waarschijnlijk normaal ‘off limit’ voor klanten was; je weet wel, zo’n ruimte waarvan je als klant het gevoel krijgt dat je er toch eigenlijk niet helemaal welkom bent. De jongedame wees mij een computer aan en ik surfte op een computer die al aan stond, naar mijn e-mail account. Natuurlijk beantwoordde ik alle verzoeken van “Wilt u dit wachtwoord op deze computer onthouden” ontkennend, dan wel ontvinkte ik nauwgezet ‘Dit wachtwoord onthouden als ik de volgende keer weer inlog’; die winkel was tenslotte toch de overheid niet!

Ik toverde mijn pleidooi tevoorschijn (had het als een attachment naar mijzelf toe gemaild) en had het bestand nu op het beeldscherm van mijn computer openstaan.

Het stond er gewoon in een normaal formaat letters, maar toch, toen zij in een keer achter mij stond om te kijken welk bestand precies en op welke wijze moest worden geprint, kreeg ik toch ineens het gevoel dat de eerste zin van het bestand er in KOEIENLETTERS STOND:

Edelachtbare,

Over de schuldvraag hoeft in deze rechtszaal hier niet meer worden gediscussieerd: dat ik schuldig ben aan het ten laste gelegde, erken ik namelijk en dit erkennen doe ik ook zonder dwang.

Oeps, daar had ik van tevoren eigenlijk helemaal niet stilgestaan. In feite was deze situatie nog best wel als ‘pijnlijk’ te betitelen. Wat moest deze jongedame nu wel allemaal niet van mij denken? Want waar was ik eigenlijk schuldig aan?.

Gelukkig begon ze niet hardop verder te lezen of met haar vinger de laatst gelezen zin aan te wijzen, nee,professioneel als ze met haar 24 jaar en in haar functie maar kon zijn, deed ze keurig of ze helemaal niets gezien had. Toch zag ik aan haar veranderde houding dat ze wel degelijk iets had gelezen.

Nou ja, er viel niets meer aan te doen. Ik moest maar gewoon accepteren dat dit meisje mij voortaan zag als de als de Willem Holleeder uit de Flevopolder.

“Moest dít geprint worden meneer? “

Luchtig was haar toon, ongeïnteresseerd bijna: Ik moet zeggen, de schijn ophouden deed ze heel erg goed. Slechts heel lichtjes wapperde ze na deze woorden ook nog even met haar hand richting mijn beeldscherm, alsof daar dan zelf wel niets interessants op stond, maar dat er toch nog even een vlieg van weg gewapperd moest worden.

“Ja, gaat dat lukken denk je?” Ik hoorde dat ik onwillekeurig steeds vriendelijker begon te praten, infantiel bijna.

Ja, ik moest toch wat; misschien dacht dat het meisje wel dat ik een verkrachter was!

“Lijkt me geen probleem” en ze draaide zich naar een andere computer om de opdracht te geven dat er ergens een paar papiertjes”zouden uitrollen.

Uiteindelijk bleken het pleidooi uit vier A4 tjes te bestaan. Nu was het zaak om ze met een fax naar de rechtbank te sturen. Ik had die morgen de rechtbank al gebeld om een faxnummer te vragen en gaf dit nummer nu aan het meisje. Het was een beetje een vreemd papiertje, ok, maar het was het enige papier dat ik kon vinden toen ik het nummer moest noteren. Het papier eigenlijk bedoeld als overtrekpapier, weegde niets, was bijna doorzichtig en kraakte vreselijk. Een rol hiervan heb ik overgehouden toen ik nog eens voor tuinarchitect studeerde. Normaal gebruik ik het als tafelkleed.

Ze keek er een beetje vies naar.

“Momentje.”

Ze liep met de vier geprinte A4 -tjes naar achteren en liet ze door een of ander groot apparaat naar binnen getrokken worden.

Het was inmiddels 13:00 geworden

Na 5 minuten proberen kwam ze terug.

“ Meneer het lukt niet, is dit wel het goede nummer? “

Ja, Jezus, wist ik veel, dat is het nummer wat ik doorgekregen had!

Ik belde nog maar eens met de rechtbank. Of ze misschien toch al iets ontvangen hadden. Nee, men had niets ontvangen. Of ik dan wel het goede nummer had. Welk nummer ik dan had ? Ik noemde een paar cijfers op.

Ja, dat was het inderdaad het juiste nummer.

Eigenlijk wilde ik vragen of diegene die zich op dat moment aan de andere kant van de telefoon bevond, daar niet ook even kon blijven… dit om te verifieren of dat drukmeisje mijn pleidooi wel goed door de fax aan het gooien was (want daar had ik, bij drie mislukte pogingen toch wel enige vraagtekens bij)maar ik snapte dat ik dat eigenlijk niet kon verlangen. Dat zou te veel tijd kosten. Ik zou wel terugbellen.

“Als het niet lukt, dan kunt u ook dit andere faxnummer nog proberen”.

“Prima”, en ik hing op (trouwens nog best moeilijk met een smartphone, vroeger kon je gewoon zonder te kijken op een niet te missen knop drukken, nu moet je echt kijken waar je ergens op de glazen plaat moet drukken).

Een half uur verder (13:30) was het faxen nog steeds niet gelukt. Daarentegen mocht ik er van uitgaan dat alle mensen die kwamen helpen, collega’s en uiteindelijk ook de baas van het drukmeisje volledig op de hoogte waren dat ik die middag voor de rechter zou moeten verschijnen.

Tja, dat was toch een beetje mijn eigen fout. Hoe kan dat ook ook anders als je het eerste woord van een geschrift begint met

“Edelachtbare” , (een komma)

en dat je dan een witregel openlaat?

Het drukmeisje zelf had de papieren nu al zo vaak in de fax gepropt dat ik er vanuit ging dat ze toch even had gegluurd waar ik nu precies van verdacht werd. Waarschijnlijk werd ik, toen ze eenmaal het antwoord op die vraag wist, niet meer als gevaarlijk geacht: ik merkte in ieder geval dat ze ineens niet meer zo krampachtig beleefd tegen me deed.

Ik besloot na 20 keer proberen, dat ik het faxen bij de Multicopy maar gewoon moest vergeten. Ik had nog een kans, de Bruna. Nu ik een papieren versie had, kon ik het daar nog eens proberen.

Maar ik zou haast moeten maken: het was inmiddels 13:45 terwijl mijn zitting om 15:30 zou plaatsvinden!

Ook al wist ik dat dat rechters snelle lezers zijn, toch moest ik mijzelf als ‘ernstig in mijn verdediging geschaad’ achten als ik bij de Bruna niet snel een werkend faxapparaat kon vinden!

Anders zou het gezwoeg op het pleidooi allemaal voor niets geweest zijn. Mijn buurman, op een of andere manier bekend met het reilen en zeilen op een rechtbank, had mij namelijk uit de droom geholpen dat mij de tijd zou worden gegund om mondeling een vlammend betoog te kunnen houden.

Een paar dagen voor de zitting stuurde ik hem een eerste versie van mijn pleidooi om te vragen wat hij ervan vond.

“Prachtig maar niet doen. Zoveel tijd

krijg je namelijk niet. Als je twee zinnen hebt gesproken wordt je afgekapt want er zitten er nog een handvol te wachten. gewoon hoofd buigen, benadrukken dat het de eerste keer is, coulance vragen en aangeven dat je niet over de fondsen beschikt om die boete te betalen.”

Duidelijk maar het was nou niet precies wat ik wilde horen. Het leek erop dat de revolutionaire redevoering zoals ik die me had voorgesteld, niet zo heel erg de geschiedenisboeken in zou gaan als keerpunt in de menselijke geschiedenis.

Maar ik gaf het toch nog niet op. Ik zou dan misschien niet mondeling gehoord worden, er was nog 1,5 uur om te proberen ervoor te zorgen dat de rechter die mijn zaak zou behandelen, in ieder geval toch nog iets van mijn verdediging zou LEZEN. Alleen dan, zo was ik overtuigd, had ik een kans om niet als een nummer beschouwd te worden en er een lagere straf uit te slepen dan gebruikelijk was.

Als het mij nog lukte dat mijn woorden gelezen zouden worden, dan was er tenminste de kans dat ze de schrijver ervan zouden herkennen als een van hen… een vakgenoot, een collega. Ze zouden inzien dat diegene die het stuk had geschreven toch blijkbaar niet de hélé tijd heeft liggen slapen toen hij, verdeeld over twee steden, ooit eens drie jaren rechten studeerde .

Ik liep de Bruna binnen en een mij veel te vrolijke jongen ( Zo’n goeiemiddag VIND ik anders tot nu toe niet!!! pakte het bundeltje papieren aan.

Ik gaf de beide faxnummers en de jongen verdween naar achter. Nee, werd ik teruggestuurd, ik mocht NIET meelopen om te kijken of het gelukt was. Als er geen melding kwam dat het NIET gelukt was, dan mocht ik er vanuit gaan dat het gelukt was.

Klonk logisch… dus ik liet hem zijn gang maar gaan.

Ach ja, dat zou dan de vijfde persoon zijn die in ons dorp op de hoogte zou zijn van mijn roekeloos rijgedrag, Nu ik er niet bij was, zou hij ongestoord in mijn papieren kunnen lezen .

14:15.

Na vijf minuten komt de jongen terug. Wederom lachend.

“Is het gelukt”, vroeg ik hoopvol?

Ja, ik denk het wel, maar alleen op dit faxnummer (het eerste nummer dat mij was doorgegeven).

Maar ik had niets aan ‘ik denk het wel’, ik moest het ZEKER weten en daarom belde ik maar eens weer met de bode van de rechtbank die ik, nu ik die morgen al zoveel met haar gebeld had, inmiddels als een persoonlijke vriendin beschouwde.

Yvonne deelde mij mee eindelijk iets ontvangen te hebben.

Hehe,verzuchtte ik, eindelijk dan toch! Was het toch nog gelukt!

Alhoewel…

Hee, Yvon, mag ik er nu eigenlijk vanuit gaan dat die fax ook voor 15:30 aan de rechter wordt gegeven die mijn zaak behandelt?”

Nadat ze ik haar het parketnummer en mijn rolnummer had gegeven,zou ze de woorden ‘Kanton’ , ‘Mulder’ en “spoed’ erop schrijven, dan moest het volgens haar helemaal goed komen.

En daar ging ik dus ook maar van uit.

Ik arriveerde om 15:00 precies bij de rechtbank. Ik had een half uur speling aangehouden omdat ik reeds bekend was met de veiligheidsprocedures binnen (of liever gezegd nog net buiten) een rechtbank. Ik bezoek de laatste jaren namelijk nogal veel rechtszaken van de journalist (en tevens heilige huisjes af- / en taboe doorbreker) Micha Kat. En bij dat soort gelegenheden moest ik mij dezelfde dingen laten welgevallen als ik mij waarschijnlijk weer zou moeten laten welgevallen. Destijds een klein offer omdat ik daarna toch getuige mocht zijn hoe deze Micha de een na de andere politieke en-of juridische zwaargewichten op ethisch verantwoorde wijze, knock out zag slaan; beats x-factor of the Voice of Holland vele malen!

Nog voor dat ik de trappen had betreden die naar de ingang leidden, maakte ik dan ook alvast mijn broekriem los. Met mijn broek op de enkels, viel ik al struikelend het gerechtsgebouw binnen, alvast mijn rugtas slamdunkend in zo’n plastic krat die spoedig wel onder de metaaldetector geschoven zou worden .

Humberto Tan (of het moest een broer van hem zijn) vroeg me nadat mijn tas door de scanner was gegaan:

” Mag ik in uw tas kijken? ”

Ach ja, zei ik, terwijl ik mistroostig naar de broek op mijn enkels keek, waarom ook niet? Privacy bestaat toch al niet meer in dit land! Nou ja, behalve dan als je je pleidooi naar de rechtbank probeert te sturen….want dan bestaat hij ineens wel! Voor het overige: poedelnaakt is de burger, wat ik je brom!

” Wel gezond, mompelde Gumberto toen hij achtereenvolgens mijn vijf appels, drie sinaasappels, vier peren en een zakje rozijnen (oftwel mijn fruitarische lunch) uit mijn tas haalde.

” Ja, lekker he, lekker gezond fruit, net als wat jouw voorouders aten toen zij nog in de boomtoppen leefd….”

… ik schrok een beetje van deze zelfs door mijzelf als racistisch ervaren gedachte… maar ik begreep mezelf wel: de gedacht kwam voort uit frustratie met het huidige systeem en hoe dit zich onder het mom van ‘veiligheid’ zich steeds meer aan het vertakken was.

Want, zo is althans mijn redenering, als dat systeem niet zo verdomde verrot zou zijn, geweest, zouden er ook geen mensen zijn die daar gefrustreerd over raakten. En als er geen mensen gefrustreerd waren, dan zouden er ook geen mensen zijn die een bedreiging vormden voor het systeem. En als er geen bedreiging zou zijn voor het systeem was, dan hoefde dat systeem ook geen veiligheidsmaatregelen te treffen waar IEDEREEN, dus ook de niet gefrustreerden onder moesten lijden.

Mensonterend, dat zou je omschrijving moeten zijn wanneer je de behandeling die men moet moet ondergaan om een met belastinggeld betaald openbaar gebouw te mogen binnentreden, zou moeten karakteriseren

…. tenminste als je niet zo in elkaar zit als ik. Natuurlijk had ik allang op de halve striptease geanticipeerd en stond daar nu rustig voor het gerechtsgebouw te wachten totdat Gummie eindelijk eens mijn rugtas had leeggehaald: slechts diegene die van en naar dat andere belangrijke gebouw in de buurt, Station Lelystad, zouden komen, zouden de tekst ‘ ‘ haha. made you look! op mijn onderbroek kunnen lezen. Dat vond ik uiteindelijk leuker om aan te trekken dan die met de tekst: Beware: toxic fumes!

Een geintje, meneer Sonneberg! Gewoon een geintje!

“En wat is dit!? “, vroeg Gummie, nu ineens toch met een wat luidere stem?

Tussen zijn duim en nog wat andere vingers hield hij een rood met wit geblokt blikken doosje vast

“Doe weg, siste ik, terwijl ik een paar keer verschrikt om mij heen keek. Ik boog mij naar hem toe en zei hem op vertrouwelijke toon:

“Dat is mijn geheime wapen…

tegen die 10 Polen!!…!”

Arme Tan… hij schudde een paar keer vertwijfeld met zijn hoofd en ik begreep dat de man bijna wel recht had op wat meer uitleg.

Pas toen ik had uitgelegd dat ik, net als hij en ieder ander in deze van bovenaf gecreëerde en aldus geënsceneerde slechte economische tijd , slechts een pion was op het mondiale economisch schaakbord dat de boven ons gestelden speelden om NOG rijker te worden, dat ik net als elke andere arme drommel, net als in het normale schaakspel op elk moment geofferd zou kunnen worden, dat ik niet meer was (maar ook zeker niet minder) was dan al die in ons land economisch geluk zoekende Polen, dat ik echter geen kanonnenvlees wilde zijn in de weldra uitbrekende strijd tegen Koning Minimumloon, dat van Koning Willem en Maxima geen hulp was te verwachten en dat ik daarom dat doosje als een heilig relikwie, te allen tijde bij mij droeg….. pas toen begreep hij pas echt de waarde van dit rood met wit geblokte blikken doosje en misschien ook waarom ik het die dag ook naar de rechtbank had meegebracht.

“Simson….

….luxe bandenplakset….

Lijkt een beetje op Samson …. van Samson en Delilah”

Mmmm, Gumbah kende zijn Bijbel.

Zonder aan mij te vragen of het mocht opende hij het doosje. Waarschijnlijk omdat het ik doosje nog maar 1 x had geopend, ging het wat moeilijk open.. zo moeilijk dat het dekseltje uiteindelijk met een klap openging en de inhoud uit het doosje vloog.

Een schaar!, gilde Hubba hysterisch, toen hij mijn nagelschaartje op de grond zag neervallen.

Nou ja, schaar, probeerde ik de boel een beetje te sussen, je moet nu niet gaan overdrijven hoor.Het is maar een NAGELschaartje! Je doet alsof het een samoeraizwaard is!

“DIE mag je hier even achterlaten,!” schuimbekte de man briesend.

Whatever.

En ik had mijzelf nog wel zo bijzonder slim gevonden dat ik eraan gedacht had dit schaartje (eigenlijk al een oud nagelschaartje dat al lang door een nieuwer exemplaar was vervangen), aan de luxebandenplakset toe te voegen…en nog wel vóór dat mijn gedwongen Tour de Travail van start was gegaan! Dit moest ook wel omdat reeds bij de de eerste inspectie van de fiets en randgebeuren(banden… check, lichten… check, pompje…. check, regenkleding… check, bandenplakset….wel potverdorie!!!) toch niet zó luxe bleek te zijn dat er al een schaar in zat bij aankoop

De man pakte twee papieren uit een map, drukte mij er eentje toe en begon met veel moeite (en met de tong uit zijn mond ) het cijfer ‘1’ op de zijne te kalken. Ik vulde mijn papiertje intussen in (naam, adres, strafbaar feit) en schoof het, toen ik eenmaal, weer terug naar naar hem. Ook hier zette hij uiteindelijk een grote ‘1’ op (maar hij had even moeten oefenen: hij had er eerst namelijk een ‘2’ opgezet om die, na een blik van vertwijfeling en gêne, deze weer hardhandig weg te krassen

‘ Ach nee, natuurlijk niet!” had er ook nog bij gezegd, maar of het nou een 1, een 2 of zelfs een 3 moest zijn: ik had het eerlijk gezegd ook niet geweten: deze procedure had ik zelf ook nog niet meegemaakt.

Toen alles stond zoals het moest staan, deponeerde Denzel het ene briefje in hetzelfde grijze plastic bakje als waar hij kort tevoren ook mijn nagelschaar in had gegooid; het andere bestempelde hij met een aantel overheidsstemspel en gaf deze weer aan mij terug.

Als ik, na afloop van de zitting, me met mijn papiertje bij deze zelfde balie zou melden, zo zei hij (EN GOED BEWAREN Hoor, anders moeten we de schaar helaas VERNIETIGEN) , dan zou hij of zijn collega mijn briefje vergelijken met het papier in het bakje. Pas als alles

klopte (dwz. de ene 1 kwam overeen met de andere 1) .. dan zou dan kreeg ik schaartje terug.

O, dus daaaaar was die 1 voor, snapte ik nu ook eindelijk!

Ik kreeg mijn tas terug, hoefde nadat ik door het metaaldetectiepoortje was gelopen, er slechts nog één keer wéér doorheen (mijn geluksmunt), moest nu toch echt eens mijn broek optrekken (spelbrekers!), moest daarna ook mijn broekspijpen optrekken (om te kijken of ik niet toch toevallig toch een rambo mes in mijn tennissokken had gestoken; vond dat achteraf trouwens wel een beetje raar dat ze dat dachten…. ik bedoel, dan had die scanner dat toch wel laten zien!) en mocht éíndelijk als vrij man het gerechtsgebouw betreden.

Jahoe!! Vrij om veroordeeld te worden.. het was toch maar een rare wereld.

Na zoveel geweld jegens mijn lichaam en bezittingen, moest ik ineens denken aan een uitspraak van mijn allergrootste held, Alex Jones

“Use it or lose it.

The First Amendment (recht op vrijheids van meningsuiting) is under attack across the nation and unless we re-assert our right to speak up when our basic human dignity is being eviscerated by uniformed goons on a daily basis, not only at airports but also subways, highways, political events, music concerts and even high school prom nights, we can kiss our liberty goodbye.” – Alex Jones from Infowars.com

En zo is het maar net.

Want hoewel het mooi is dat ik hier nog op het internet kan delen dat ik het toch best vervelend vind dat ik ‘onder het mom van veiligheid, allerlei vreemde mensen aan mijn lichaam moet laten friemelen of in mijn tas moet laten kijken, denk ik dat het niet lang duurt voordat ik het daar in ieder geval niet meer mag zeggen. Plannen genoeg om het vrije internet aan banden te leggen. Google bijvoorbeeld eens de internet killswitch, SOPA, ACTA en DECREE 72. Censuur, maar zo noemen ‘ze’ het alleen nooit. Nee het is slechts een stok achter de deur om websites met kinderporno te weren(en wie kan dáár nou niet tegen zijn), het is enkel maar om sites van cyber-terroristen (ja wel hoor, daar héb je ze weer) plat te kunnen leggen maar wie precies een terrorist is, dat bepalen zij natuurlijk wel eventjes.

“They who can give up essential liberty to obtain a little temporary safety, deserve neither liberty nor safety.’

Nog een gedachte die ik kreeg en alweer was die niet van mijzelf(maar van Benjamin Franklin).

Veiligheid is tegenwoordig een miljardenbusiness. En dat terwijl de burger vandaag de dag in het geheel niet veilig is voor die allergrootste schurken die er allemaal op aarde rondlopen: politici, bankiers, CEO’ S van multinationals en leden van het koninklijk huis niet te vergeten. Die zelfde burger wordt door voornoemden methodisch leeggeroofd en moeten de politiestaat die zij daarna opwerpen tegen onze woede , nog zelf betalen ook!!

Met elke tree naar boven, kreeg ik kreeg ik een beter zicht op de stenen vloer van het gerechtsgebouw: ook al was deze gitzwart en van steen, toch was het zo mooi glad geslepen (en geboend), dat het licht dat erin weerkaatste, de gehele ruimte verlichtte.

Daarin een mooie dwarsdoorsnee van crimineel Lelystad; meer dan de helft daarvan de zogenaamde medelanders ( medelanders… ik weet het verschrikkelijk woord. Laat ik het dan zo zeggen: het zijn bepaalde mensen die je iets minder snel zou kunnen vinden dan andere mensen wanneer ze zouden besluiten in te breken als je alleen het licht van de maan voor handen hebt.). Ongeveer de andere helft mag men scharen onder het nageslacht van Amsterdammers. In de jaren na de oorlog, woonden in Amsterdam namelijk mensen die nóg asocialer waren dan het volk dat er tegenwoordig woont. Deze groep mensen werd toen door de eigen bevolking vriendelijk verzocht: flikker jullie maar eind op.. ga maar eens polder uitgraven of zo. Zo gezegd zo gedaan. En zo is Flevoland ontstaan met hoofdstad Lelystad, het afvalputje van Amsterdam.

Er zaten ook nog 1 a 2 mensen tussen waarvan je meteen dacht: die zouden wel iets met witteboordencriminaliteit van doen hebben. Heb dat trouwens nooit begrepen.Ik bedoel, ik zou het zelf absoluut niet de moeite waard vinden om daar nu een cel-of gevangenisstraf voor te willen riskeren. Zou trouwens niet eens weten waar ik die dingen vandaan zou moeten stelen; bij een stomerij of zo?

Ik ging onder een trap zitten, op een soort zit-eiland met zwart tapijt erop waarvan het niet meteen duidelijk is of het nu wel of niet wel de bedoeling was dat je er op ging zitten. Maar toch deed iedereen het, waarschijnlijk omdat het tapijt hoogpolig was en in die hoedanigheid nogal een uitnodigende werking had op de mensen had. Maar misschien was het ook wel gewoon omdat er verder niet veel andere stoelen of banken stonden om iedereen van een zitplaats te voorzien.

Naast me zat een vrouw, hoogblond en hoogzwanger; dat terwijl ze geheel tegen de regels van de eugenetica in (google maar) zich al eerder had voortgeplant. Ze hing met haar ellebogen over de stang van een kinderwagen en zat te Whatsappen, te sms-en of in ieder geval iets met haar smartphone te doen. Om de 10 seconden brak ze uit in een bulderende lach en alsof dat al niet gênant genoeg was (ik zat er tenslotte naast), kwam er een echo van dit trommelvlies kneuzend geluid uit de kinderwagen: haar per ongeluk tot leven gewekte moederkoek deed reeds haar eigen duit(-je) in het zakje.

De vrouw vond blijkbaar haar whatsappjes of smsjes of de de berichten op haar facebookpagina nogal grappig en triggerde met haar hoog gehinnkik onbedoeld ook haar kind steeds tot uitbundig lachen.

Eigenlijk was het naast hinderlijk (ik was namelijk mijn pleidooi aan het doorlezen, mij voorstellend hoe ik daaruit  zo indrukwekkend mogelijk kon citeren mocht dit nodig zijn) ook wel een beetje zielig. Voor het kind dan. Omdat ik er tenslotte naast zat had ik goed zicht in de kinderwagen en zag ik dat na ieder lachsalvo van de moeder, het meisje (want dat was het) met guitige kraaloogjes steeds de ogen van haar moeder aan het zoeken was. Tevergeefs want haar moeders ogen waren verborgen achter een telefoon, haar blik vastgelijmd op een stuk glas.

Onder de criminelen zaten, tja , je zou ze bijna vergeten, ook een paar advocaten. U vraagt nog uitleg ook? Nou, iemand die 260 euro per uur verdient, kunnen we toch wel rustig tot de criminelen rekenen, zeker als deze werkt op basis van een toevoeging en dat geld met belastinggeld betaald wordt! En al overdrijf ik dat bedrag misschien wel een klein beetje in het geval van een toevoeging, toch is het nog crimineel veel geld wat zulke mensen over de ruggen van de belastingbetaler verdienen!

Eentje was meegeglibberd met een mannetje die ik op het eerste gezicht ervan verdacht witteboorden te hebben gestolen (want het was namelijk een nogal iel en onbeduidend mannetje; ik kon mij gewoon niet voorstellen dat hij iets anders op zijn geweten zou hebben dan dat hij een beetje met cijfers zou hebben gegoocheld; alhoewel, het was ook wel net zo’n mannetje die je ook zou kunnen verdenken dat hij iemand ongevraagd zijn piemel had laten zien) had een vrouwelijke advocate bij zich.

Nou ja, advocate, zeg maar rustig ADVOCAAT. Het was een vrouw, begin dertig, een blozend blotebillen gezicht, lang bruin stijl haar tot haar echte billen waar van de omvang van een dergelijke aard was dat het maar net zo’n deur van zo’n invalidentoilet zou kunnen passeren. Formaatje rolstoel zeg maar dus. Het was mij in ieder geval duidelijk waar deze dame haar omvangrijke salaris aan uitgaf.

Op een of andere manier wist ze deze deze liefhebberij niet te combineren met welke kleren ze dientengevolge zou moeten kopen.

Kijk, als je dik bent, heb je daar, zeker voor de argeloze en onschuldige medemens, toch een beetje rekening mee te houden. Ik wil maar zeggen: je past toch een beetje je kleren aan wie er allemaal nog meer op deze aarde rond lopen. Dat is gewoon een kwestie van fatsoen!

En……..

volgens de familie Balkenende tenminste (d.w.z Jan Peter en zijn in Afghanistan oliepijplijnen gravende broertje Roland (Hee, dat is nou toevallig he; die gratis bewaking TEGEN en eventuele verdrijving VAN de plaatselijke bevolking tijdens het graven van die oliepijplijn door het door Jan Peter gestuurde Nederlands leger, kwam daar goed van pas!)

fatsoen moet je doen!

Ze was dik, maar ook niet zo dik dat je haar als lijdend aan obesitas zou kunnen bestempel, doch, het mantelpakje dat ze droeg was gewoon VEEL te strak voor haar vormen, wat zeg ik: overal aan het mantelpak ontsnappende bulten vet. Vooral de kleur ervan, in combinatie met die immens grote kont, de grote blote varkenspoten waarvan de voeten, gevangen in naaldhakken, haar zuchtend steeds van de ene naar de ander kant van de ruimte moesten dragen:

(even een dealtje sluiten met de advocaat van de tegenpartij), deden mij op een of andere manier steeds aan barbecueën en Miss Piggy uit de Muppetshow denken.

Ik denk dat Miss Piggy het aanvoelde dat ik advocaten niet de meest hoogstaande wezens op aarde vind. Het kind in de kinderkar naast mij had namelijk doorgekregen dat haar moeder nu eenmaal meer interesse in haar telefoon had dan in haar. Deze had dan ook als wraak al twee keer een vies knuffelbeest (iets konijnsachtig) vanuit de kar tegen het smoelwerk van haar moeder gegooid. Na het viezige beest twee keer opgepakt te hebben, dacht de moeder waarschijnlijk na de derde keer: “Laat maar zitten eigenlijk ook” waarna het vod op de vloer bleef liggen.

Voor de zoveelste keer waren de naaldhakken op weg naar de advocaat van de tegenpartij. De advocate pakte in het voorbijgaan ineen keer (ai, met DIE strakke rok! Ik zat gewoon te wachten totdat verkeerd zou gaan!!!!) de knuffel op en drukte het zonder echt te kijken, zo´n beetje lachend de kinderwagen in. Daarbij keek zij ineens heel nadrukkelijk mij aan en alsof dat nog niet erg genoeg was, durfde ze zelfs nog voluit naar me te glimlachen ook!

Alsof ze wilde zeggen: Kijk maar een goed, die 250 euro’s per uur hebben mijn hart nog lang niet versteend! Zie je , hoe ik GEHEEL GRATIS dit vieze konijnending op pak en zie je wel hoe ik dit GEHEEL GRATIS aan dat kind geef??

Even dacht ik dat haar uurtarief het misschien wel waard was mijn ethische bezwaren tegen advocaten in het algemeen, overboord te gooien. En die omvang.. ach ik had ze wel eens zwaarder gehad!

Maar nee, je hebt principes of je hebt ze niet!

En advocaten… die hebben ze alleen als ze er geld mee kunnen verdienen.

Nee, deze vrouw was op weg naar de hel besloot ik, en ik zou, wilde ik daar niet ook naar toe gaan, niet van haar bloedgeld moeten profiteren.

Ik zou niet in dat ene rijtje van gasten willen staan zoals in die Welcome to Hell Sketch waarin Rowan Atkins de duivel speelde en hen voor de eerste keer verwelkomde.

“Any murderers? Murderers over here, please, thank you. Looters and Pillagers over there. Thieves, if you could join them, and Lawyers, you’re in that lot too.”

“Mevrouw Lubbers!”, werd er ineens door de ruimte geroepen.

He, hoe, wat, waar?

Ria Lubbers?

Waar dan? Wat moet die dan hier?

Een blanke vrouw met een jong Indisch meisje stonden op en liepen naar de bode die deze naam door de zaal had geroepen. Deze opende een deur met daarop geschreven ‘zittingzaal’ en liet ze erdoor naar binnen lopen.

Ik heb me daar trouwens nog flink het hoofd over gebroken want was het nu ‘zittingzaal’ of ‘zitting-S-zaal’. Ik was ervan overtuigd dat het zitting-S-zaal was, maar ik wist het niet helemáál zeker. Nu weet ik het nog niet helemaal zeker, alleen op internet wordt de tweede manier van schrijven véél méér gebruikt dan de eerste. Hierdoor durf ik dan ook wel rustig te stellen dat Ik, zoals bijna altijd in dit soort dingen, gelijk heb, en dat diegene die die letters op de zittingSzaal heeft geplakt, een stomme boer is.

De deur viel achter ze dicht. Of de vrouw of het Indische meisje nu ‘ familie van’ was, ik zou het eerlijk gezegd niet weten. Maar omdat ik er zonder te vragen (wat ik toch niet zou doen) niet achter zou komen, liet ik dit vraagstuk maar snel los.

Op een gegeven moment had ik er wel vertrouwen in. Ik legde de papieren met mijn pleidooi dan ook naast mij neer: het voorlezen, de pauzes, de accenten… het zou, mocht ik tenminste de kans eruit te citeren, allemaal wel goed komen .Ik besloot ter ontspanning een beetje om mij heen te gaan kijken. Men is tenslotte niet elke dag in de rechtbank en de mensen om mij heen, boden genoeg stof tot speculatie. Want wat hadden ZIJ gedaan? Waren er mensen bij die nog maar een paar uur verwijderd waren van de gevangenis? Zaten er ook gewelddadige mensen bij? Misschien een paar vrouwen-of kindermishandelaars? Een drugsdealertje wellicht (we bevonden ons tenslotte wel in Lelystad)?

Er zat een jongen op het ziteiland die waarschijnlijk van zijn werk gekomen was. Althans, dat nam ik aan want wie gaat er anders met een wit T-shirt lopen met de woorden Shitty Schoonmaak als je er niet net gewerkt hebt (het bedrijf heette uiteraard anders, maar ik kan wegens het gevaar aangeklaagd te worden wegens smaad en laster, hier helaas niet de echte naam noemen. De naam had in ieder geval wel met een ‘stad’ te maken en klonk ongeveer het zelfde als Shitty). De jongen zag er uit (en ik maak dit nu echt geen geintje) alsof hij nog lang niet de eindfase van de evolutie naar het mensdom had bereikt. Qua uiterlijk zat hij zo ongeveer tussen de Neanderthaler en de Cro-magnonmens in. Hij had in ieder geval de kop van een holbewoner en waarschijnlijk het IQ van een regenwurm. Een ding moest ik hem nageven. Hij had in zijn zucht het mensdom te bereiken de fase van gereedschappen gebruiken al bereikt, al was het in zijn geval niet zo’n  stoere vuurstenen bijl , maar een zwabber.

Ineens stond deze jongen op. Alsof hij al een tijdje op heten kolen had gezeten, stevende hij op de balie af.

” Als jullie willen dat ik betaal”

(boete? alimentatie? ), weet dan wel dat ik de eerste 10 dagen niet kan eten!” Begrijp dat wel even heel goed!!!

“Willen jullie dat soms?, Nou?” Nou?

Echt heel duidelijk werd zijn probleem niet voor mij want ik zat net te ver weg om het goed te kunnen horen. Ik hoorde wel iets over ‘opwaarderen’ , ‘lukt niet’,en ‘daarom ben ik juist hier’ , maar wat zijn probleem nu echt was, kon ik daar niet uit opmaken. Wat ik wel begreep is dat het ‘iets’ met geld te maken had, dat zijn zaak al voorgekomen was, en dat hij nu bezig was met financiële ‘damage control’ .Getuige het shirt wat hij droeg, geloofde ik hem best als hij zei dat hij de eerstkomende dagen wel eens niet te eten zou hebben mocht hij iets vervelend moeten betalen.

Een ding moest ik de man nageven: het was echt een volhouder en daarbij:hij had absoluut geen last van schaamte. Steeds weer toeterde hij door het hele gerechtsgebouw ‘dat het toch niet te bedoeling zou kunnen zijn’ dat hij “IN NEDERLAND’ honger moest lijden enkel omdat hij ‘aan zijn verplichtingen’ moest voldoen (wat die ook mochten wezen).

Het was een heerlijk genant tafereel (Goed zo, jongen, laat maar zien hoe Nederland is afgegleden) en ik was blij dat ik er lekker naar mocht kijken maar dat ik emotioneel of financieel part noch deel aan zijn probleem had.

Op een gegeven moment bleek zelfs de baliemedewerkster last te krijgen van een geweten of misschien was het toch de plaatsvervangende schaamte die haar opbrak. Ze begon sussende handbewegingen te maken, stond vervolgens op en beloofde hoorbaar naar ‘boven te gaan om te gaan overleggen’ . Dat boven ook echt ‘boven’ was (dus daarin zou ze niet gelogen hebben), kon ik letterlijk zien. Ze stapte namelijk in een glazen lift zodat niet alleen ik maar iedereen in de ruimte, kon zien hoe deze haar naar boven bracht.

Weer werden deuren van een zittingzaal geopend. Een vrolijke jongen kwam met grote passen eruit lopen en liep recht naar de vrouw met de kinderwagen (ik was inmiddels ergens anders gaan zitten).

Alsof het de zoveelste keer was dat hij ergens voor veroordeeld was, riep hij de vrouw nog van verre toe:

” 120 uur” valt nog mee toch?

Mmm. Daar moest ik toch nog  even over nadenken. De jongen had een taakstraf ok, maar 120 uur, waar kreeg je dat nou tegenwoordig voor? En was 120 uur daar nou veel of weinig voor?

Eenmaal aangekomen bij de vrouw, zoende de jongen haar op de mond,pakte de kinderwagen vast en nadat hij zijn broek opgehesen had, sleurde hij deze, nadat moeder toch nog eerst even het kind eruit had gehaald en over de schouder had gelegd, achter zich aan de marmeren trappen af. Het hele tafereel van het moment dat de deuren opengingen tot het moment dat het stel uit het zich verdwenen was, had nog geen 10 seconden geduurd. Niet even napraten, geen bakkie troost, geen traantjes wegpinken , nee hoor, niets van dit alles: Het leek verdorie wel lopende bandwerk (voor hen)!

“De zaak Maduro”! riep weer een of andere bode hard door de zaal.

Even dacht ik dat er een siddering door de mensen in de zaal ging, maar zeker weten deed ik het niet.

Wie zal het zeggen: misschien hadden de criminele hoogstandjes van deze Maduro wel in de Flevopost gestaan en had ik die editie net gemist.

Ik zag dat er bij de naam Maduro een donkere jongen opstond die samen met een man met een toga aan, naar de openstaande deuren liep. De jongen leek een beetje op een jongere versie van Lionel Richie en hij glimlachte de hele weg naar de zaal krampachtig zijn tanden bloot. Zijn ogen verrieden echter zijn echte stemming. Hij keek als een bang dier en ik kreeg onmiddellijk medelijden met hem. Ten eerste vanwege de persoon die hem naar de slachtbank begeleidde; zijn advocaat. Ik kon me namelijk niet voorstellen dat het een advocaat was die NIET op toevoeging werkte. De logica volgend kon ik me vervolgens weer WEL voorstellen dat het deze advocaat nou niet echt veel kon schelen wat nu precies de uitkomst van deze rechtszaak zou zijn. Sterker nog, ik begon, zeker toen ik de advocaat zijn uitgestreken smoelwerk een beetje kon bestuderen, zelfs steeds meer te denken dat advocaten als hij wel eens eerder naar een uitkomst zou kunnen werken die gunstig was voor de staat dan voor de crimineel zelf. Was het spreekwoord niet “Wie betaalt, die bepaalt’?

Nou, het was toch de staat (of eigenlijk de belastingbetaler) die deze advocaat (voor een groot deel) betaalde? Hoe kan je dan zeker weten dat een advocaat die ‘werkt via een toevoeging ‘ dan wel echt in het belang van de verdachte werkt en niet het belang van de staat?

Vragen, vragen, vragen.

Ze waren inmiddels naar binnen gegaan, de deur werd door de bode achter hen gesloten en de zaak Maduro zou weldra beginnen. Ik zou echter nooit te weten komen waarvoor de jongen terecht moest staan en of hij ervoor veroordeeld zou worden en zo ja, wat voor straf hij daarvoor dan zou krijgen. Maar ik hoopte stiekem dat hij er licht vanaf zou komen, gewoon omdat ik vond dat hij leek op dat klein jochie dat ik ooit eens in de klas had gehad. Dat was toen ik nog eens het waanidee had dat ik voor basisschoolleraar zou moeten studeren op uiteindelijk leraar te worden. De school waar ik toen les leerde geven (je kan beter zeggen waar ik fysiek klappen leerde incasseren) stond ook in Lelystad en wel in de meest beruchte wijk ervan: de Waterwijk. Het jongetje, heette Rikash en ik kwam erachter dat hij door zijn vader geslagen werd, toen ik weer eens achter hem aan ging om hem vanuit het een of andere soort mat te trekken waarop  een complete stad met allerlei autowegen was geweven.

Daar had hij zichzelf in paar keer ingerold en omdat dit op dát moment niet echt gewenst was, probeerde ik hem ertoe te bewegen, zichzelf uit de mat te bevrijden om hem later fysiek uit de mat te willen trekken.

Ik zal nooit vergeten wat hij zei toen ik hem aan zijn enkels pakte, de enige delen van zijn lichaam die niet in het autotapijt gerold waren:

“Niet slaan papa, alsjeblieft niet slaan”

Tja, toen was ik wel om een aantal mooie Nederlandse uitdrukkingen te gebruiken, toch wel even flabbergasted, dan wel stupefait.

Hoe het met Rikash uiteindelijk is afgelopen, dat is mij onbekend. Ik vrees echter dat hij óf is bezweken onder het gewicht van zijn talloze ‘rugzakjes’ óf dat hij uiteindelijk  naar een of andere school voor moeilijk lerende kinderen is gestuurd, alwaar meer kinderen zitten die net als hij zouden leiden aan wetenschappelijk volstrekt onaantoonbare ziektes als  ADHD  dan wel PDD NOS.

Inmiddels was het 15:30 maar ik was nog altijd niet aan de beurt. Indachtig het schrijven van dit verhaal, besloot ik  mijn directe omgeving nog maar eens goed in mij op te nemen.

Voor mij  hingen er twee grote zwart wit foto’s . Op de ene foto was  een klein jongetje te zien was die op een van twee hele grote omgezaagde bomen zat, in zijn hand  een paar paardenbloemen en blijkbaar van het plukken daarvan (of van het omzagen van de twee bomen natuurlijk, zo moe geworden dat  hij er even bij moest zitten. Op de andere foto een al wat  grotere knaap,   bezig met  het plakken van een fietsband. Vooral met de laatste foto kon ik me vereenzelvigen. Het kon niet anders of deze jongen had ook een stuk of wat  Polen achter zich aan had zitten.

Link van mij een bronzen standbeeld van een adelaar in vogelvlucht.

Lekker hypocriet dacht ik nog, in een rechtbank die bepaalt  of een mens  in de gevangenis komt te  zitten dan wel vrij blijft rondlopen, juist zo’n symbool neerzetten. Als je dan echt waarheidsgetrouw wilt zijn, wees dan zo eerlijk om beide kanten van het verhaal te belichten:  zet dan ook ergens een standbeeld neer van een mannetje dat achter de tralies zit.

Welhaast nog hypocrieter, nee, bijna provocerend was toch wel die mand met tijdschriften die in het midden stond van het ziteiland. Voor zover ik kon zien lagen daarin alleen maar Happinez tijdschriften. Was dat soms een  wrang grapje ? Dachten ze nou echt dat er iemand  graag de Happinez wil lezen als diegene daarna moest horen of  hij (of zij) tot 1 , 2, of drie jaar cel wordt veroordeeld?

Voordat uiteindelijk dan toch mijn naam door de zaal schalde (en gelukkig voelde ik  nu ook weer een siddering door de ruimte gaan;  had ik waarschijnlijk toch niets gemist) gebeurde nog iets opmerkelijks. Er kwam een man de zaal binnenlopen, een klein Indonesisch mannetje, rommelig haar, een  frommelige en een duidelijk meer dan 10 keer gebruikte plastic Albert Heijn tas tas in zijn rechterhand.

“Wat een vreemde bode”, dacht ik nog, want dat het een ook weer een of andere gerechtsbode was, daarvan was ik toch wel overtuigd. Dit dacht ik omdat de man op beide schouders maar liefst  5 gouden strepen had prijken (ik had ze geteld). De man was, zoals later wel bleek, zeker wel ‘iets’ (misschien wel  een Oud KNIL -militair,) , maar het was in ieder geval GEEN gerechtsbode. Ook was het  waarschijnlijk geen politieagent, kapitein of een piloot. Waarschijnlijk was het gewoon een man die ook enige autoriteit wilde uitstralen. Net als ik die ochtend was hij opgestaan, alleen heeft hij toen bedacht: ‘Wat jullie kunnen (verkleedpartijtjes houden) kan ik ook!’

Met dat shirt aan is hij toen naar de rechtbank gegaan. En heel even werkte het, ik trapte er tenminste in.

“De zaak Botervloot!”

Aha! Het uur u was eindelijk aangebroken!

De dood of de gladiolen!

Erop of eronder!

Het moment van de waarheid!

Nu of nooit!

Do or die!

Ik liep langs de bode de rechtszaal binnen.

” Rechtop lopen!” dacht ik nog, laat zien dat je je waardigheid nog hebt!”

Met een vluchtige blik scande ik de zaal : links een vrouw,kapsel coupe Beatrix maar dan zonder de haarspray, in het midden een man, lang met zwart krulletjeshaar waarvan de haargrens halverwege was op de weg naar zijn achterhoofd , en rechts een vrouw, brunette, stijl haar, koorbal typje, niet onknap maar niet echt mijn type.

Allen op een verhoging, allen in het zwart.

” Meneer Botervloot? ” (t’is maar een schuilnaam hoor, zo heet ik natuurlijk niet echt).

” Present ” zei ik, en kon nog net voorkomen dat ik salueerde door op de weg naar mijn hoofd net op tijd af te slaan om zogenaamd mijn tas goed over mijn schouder te hangen.

Het was de man in het midden die mijn naam riep, herstel: bulderde en het viel me zwaar tegen dat hij zo streng klonk. Ik had eigenlijk wel verwacht dat de dames en heren rechters,nu ze mijn pleidooi hadden gelezen (want daar ging ik namelijk wel vanuit), zij inmiddels wel door zouden hebben dat dit geen hamerstuk zaak zou worden; dat ze misschien dan wel met een crimineel te maken hadden ,maar wel met een crimineel die hetzelfde had KUNNEN worden als zij (moch ik niet zo stom geweest van door mijn rechtenstudie niet af te maken); dat zij dus al door moesten hebben met een gelijk van doen te hebben; dat ze mij als Young Gun zouden verwelkomen in hun Oldboys network.

Ja eigenlijk had ik gehoopt dat ze dachten: “We zouden die arme jongen niet moeten straffen, nee, laten we hem een kop thee aanbieden” waarna ik het gesprek professioneel naar compleet andere dingen zou hebben toegeleid (bijvoorbeeld over wat de broer van Humberto Tan toch zo nodig met mijn bandenplakset moet).

Enige warmte had ik dus wel willen horen toen mijn naam werd geroepen toen ik de eerste stappen in de zittingSzaal deed. Kijk

Maar nee, de stem had gewoon koud geklonken, een kille zakelijkheid sprak er doorheen.

De man (ik nam aan dat het de rechter was, want hij wees mij mijn plaats) begon met een aantal controle vragen.

“Bent u Meneer Botervloot”

-“Ja , dat ben ik”

“Dan en dan geboren?

-“Correct”

“Die en die woonplaats?”

-“Ja, klopt ook”

” Juist, zei de rechter, dat adres is bij ons bekend ja, ”

Huh, wat zei die man nou? Was mijn adres hun bekend in de zin van WELbekend??

Ta, dat zou natuurlijk best kunnen, aangezien ik op een camping waar je toch geregeld de politie ziet rondlopen, en waar 4 van de 5 mensen die je ziet rondlopen, deurwaarders zijn, op zoek naar de juiste wanbetaler

Maar nee, DAT bleek hij toch niet te bedoelen.

Ook al zei hij het wat omslachtig (het blijft mensenwerk he): hij bedoelde dat het adres dat ik opnoemde, hetzelfde adres was dat zij op heb briefje hadden staan.

Pfieuw , gelukkig…. ik WIST dat de camping waar ik woon geen goede naam had, maar het was dus gelukkig NIET zo erg dat de rechter zelf de postcode kon aanvullen als je je woonadres begon met het opnoemen van je straat .

De inleiding ging een beetje als je als je zou verwachten; delictsomschrijving, plaats, tijd en dat ik succesvol een klaagschrift had ingediend… en hier zag ik ineens de ruimte:

-‘Pardon meneer de rechter…”

De man keek op mij neer, schuin over rand van zijn bril.

” Succesvol klaagschrift…”, herhaalde ik dankbaar zijn eigen laatste woorden want waarom niet mijn eerdere juridische successen niet even uitmelken om mijn volgende zin in te leiden,?

“Als u mij wil toestaan, meneer de rechter, zou ik U willen vragen, “….. Ik begon te hakkelen, mijn tong struikelde over meer deemoed dan ik ooit in mijn leven van binnen gevoeld had. Ik had het idee dat ik vreselijk door het stof moest; Wat zeg ik, als ergens glas had gelegen had ik daar óók door heen moeten rollen. Sterker nog, zelfs als er ergens nog wat ontgroeningskots, -pis en/of schijt zou liggen, dan had ik daar vast óók een duik in moeten nemen…. DAT was tenminste het gevoel dat ik in die zaal kreeg……. STRONT IS DE NAAM!!!!! P.O.E.P. STRONT!!!

De man knipperde wat met zijn ogen waardoor ik het idee kreeg dat ik inderdaad die toestemming had. Uit zijn houding en gebaren iets op te kunnen maken, vond ik sowieso verdomde moeilijk, want ineens vond ik dat de rechter steeds meer gelijkenis begon te vertonen met een kikker. Ik bedoel, de brede bek die had hij al, de bolle oogjes ook, maar toen hij ook ineens zijn pootjes parmantig voor op zijn tafel zette, kreeg ik helemaal het idee dat het eigenlijk een kikker was die het liefst uit zijn zetel, zo dwars door het raam naar die prachtige vijver die het hele Lelystadse gerechtsgebouw omspant, wilde springen.

“Gaat u gang”, voegde hij gelukkig ook nog toe met vreselijke bekakte stem ( waardoor bleek dat hij als  kikker ook wel een kannibaal moest wezen).

-“Heeft u de stukken nog ontvangen?’

De rechter keek mij niet-begrijpend aan.

O nee, dacht ik meteen, daar heb je het al…

Daar gáát mijn geld! En misschien moest ik nu wel aan een klas deelnemen om te leren om geen hufter meer te zijn ook! Terwijl ik volgens internet helemaal geen hufter ben!!

Maar ja, maak dat maar zo’n volgevreten babyboomer wijs. Die gebruikt internet natuurlijk alleen maar om de foto’s van het laatste studiejaarclubfeest mee over en weer te zenden.

“Ja stukken ja”, zei ik nu toch in lichte paniek, ..

Stukken, je weet wel, jullie eigen jargon voor papieren, ik praatte verdorie toch geen Chinees?

Froggie begon wat zijn beide handen nu over de tafel te laten zweven alsof hij daarin een ‘stukkendetector’ had geïnstalleerd die weldra zou afgaan, mocht hij die van mij gelokaliseerd hebben.

Ineens zag ik het koorbalmeisje links haar ogen dichtknijpen, en ik wist meteen waarom ze dit deed: schuldbewustzijn.

“Ach ja”, zei ze met een stem die verried dat ze gewend was de stress van zich af te roken, “dat is waar ook!Sorry, meneer de rechter, die moeten hier ergens liggen”

Het meisje was overduidelijk de griffier want ze had als enige van de drie mensen tegenover mij steeds lopen typen. Na een paar keer met haar ogen over haar bureau gegleden te hebben, keek ze op, keek mij recht aan, gaf me een vernietigende blik (nou moe?? )en liet haar ogen daarna weer over het bureau dwalen… maar helaas, ook zij kon mijn stukken niet vinden.

Achter mij langs,als uit het niets, kwam ineens een vrouwelijk bode aangelopen; zij wees de griffier uiteindelijk op het stapeltje met de juiste papieren. De griffier deed braaf wat ze sociaal-maatschappelijk wel verplicht is in dit soort situaties (dwz net doen alsof ze de bode bedankte en dus respecteerde), gaf haar een paar vriendelijke dubbele knipogen, keek mij daarna WEER vernietigend aan (het werd bijna irritant) en wachtte tot de bode was teruggelopen. Hierna schoof ze in een beweging het bundeltje papieren van de ene kant van de 5 meter lange tafel naar het deel waaraan de rechter zat.

Misschien nog grappig om te vermelden: toen de bode langsliep, wees deze ineens op haar naamplaatje, en met met haar duim en wijsvinger in het voorbijgaan, maakte ze, terwijl breeduit tegen me lachte, overduidelijk het ‘bel me’ gebaar.

Yvonne!!

Zie je wel, aan haar had het niet gelegen!!

” Eh, meneer de Rechter, durfde ik nu gewoon brutaal het woord te nemen, zeker omdat ik vond dat qua ernstige levensfouten maken, B .Botervloot vs groepje juridisch medewerkers van de Staat der Nederlanden nu toch wel 1-1 stond

” Alles wat ik vandaag had willen zeggen, Edelachtbare, stond reeds in dat bundeltje met papieren. Ik bedoel; ik wil nog anders best nog wel even een kwartiertje naar de gang gaan zodat jullie (….amateuristische en vreselijk overbetaalde ambtenaars…, dacht ik wel maar zei ik natuurlijk niet) jezelf even van de inhoud van mijn pleidooi op de hoogte kunnen stellen.”

” Ik bedoel: dan drink ik gewoon buiten nog even een kop (…niet te zuipen) koffie; is er voor niemand tijdsverlies? Akkoord?? ”

-” Nee hoor, u kunt gewoon hier blijven: we lezen het hier wel even, zei Froggy resoluut.

” Bode, kunt u hiervan even twee kopietjes maken?”

Yvonne kwam al eerder aanrennen dan dat het aan haar gevraagd was,  pakte het bundeltje papier van tafel en verliet de zaal weer.

En toen begon het onvermijdelijk wachten.

Tja waar heb je het dan in de tussentijd over als je wachten moet tot iedereen een kopietje heeft. Nee, voetbal zou wel geen onderwerp kunnen zijn waar we het nu eens lekker over kunnen hebben;

Het weer dan?.

Neh,.. dat was gewoon goed, en dat was al een tijd goed geweest en dat zou het wel even zijn ook.

… nee, ander onderwerp… Joris Demmink… JA!!!!… dat was een perfect onderwerp!!!

Als ik tenminste een rijk man zou zijn met een sadomasochistische inslag die gek was met anti-huftercursussen.

Nee het leek me gewoon wel een goed idee die stilte, ja de tastbare leegte bijna, eens goed te benadrukken door verveeld om me heen te kijken, een paar keer met mijn vingers op tafel te trommelen, een zacht fluittoontje uit te blazen en wat op een papiertje te droedelen; alles om eens goed te benadrukken dat de tijd die wij nu bij elkaar zaten, zinloos was geworden door dat een of andere over het paard getilde feut, niet geïnteresseerd was in mijn leven, of althans niet in mijn zaak en aldus niet mijn papiertjes netjes had afgeleverd aan haar baas die haar waarschijnlijk elke vrijdag op datzelfde bureau nam.

En het werkte…. de stilte deed mij zelfs bijna fysiek pijn, maar ik vond het heerlijk omdat het pijn betrof met een gouden randje, namelijk het randje van mijn eigen gelijk.

Yvonne kwam terug, knipoogde een keer naar me (zie je wel dat zware jongens -nee dat soort zwaarte bedoel ik niet- in trek zijn) en deelde de drie mensen elk een kopie van mijn pleidooi uit.

“We zullen het anders nú wel lezen zei de rechter overbodig en de dame links van hem, de officier van Justitie, hijzelf en de griffier begonnen te lezen.

Tja, dat waren 4 pagina’s, dus wat moest ik NOU weer eens gaan doen? De Happinez dan maar en ik pakte dit blad dat ik per ongeluk had meegenomen in de haast mij te vervoegen in de rechtszaal.

Ik had gelijk gehad: rechters waren inderdaad snelle lezers: de rechter was als eerste klaar, toen mevrouw Feut en als laatste de officier van justitie.

Het was spannend gebeuren geweest, voortdurend net doen alsof ik de Happinez las en ondertussen in de gaten houdend of ze inderdaad echt wel mijn pleidooi aan het lezen waren maar het viel me niet tegen…..er verstreken hele minuten en ook al hadden ze dagelijks heel wat oefening in lezen, die tijd hadden ze ook echt wel nodig om mijn teksten door te komen.

Toen ze klaar waren, verwachte ik dat ze nu dan toch wel hun dwaling zouden inzien en ik keek al om mij heen waar Yvonne precies uithing en of ik al bij haar al niet vast een pot thee kon bestellen….

Maar dat pakte toch wat anders uit: ALS ze door mijn geschrift al wat gunstiger over mij dachten, dan lieten ze dat in ieder geval niet zien; men gaf totaal geen krimp.

Vooral de rechter niet: als de rechter inderdaad een kikker was, dan was ook nog een HELE koude. Ik begon me nu toch enigszins zorgen te maken en moest weer denken aan de schijnprocessen die beschreven waren in het boek van Alexander Solzjenitsyn.

Daar werden processen beschreven waar men zich nog zo goed kon verdedigen,maar toch, het baatte allemaal niet. Van tevoren stond je schuld al vast en de straf was altijd dezelfde:10 jaar zware dwangarbeid.

Nou, en toen ging het verder eigenlijk heel snel. De officier van justitie gebruikte mijn eerste zin … ‘… geef ik toe, en ook nog zonder dwang’ om het strafbare feit ‘als bewezen’ te verklaren. Maar die bekentenis alleen was natuurlijk niet voldoende. Kijk, als dat zo zou zijn, zouden we de middeleeuwen niet ontstegen zijn qua rechtstaat. Als je in die tijd maar genoeg teentjes bij een mens afknipte, kon je hem laten bekennen dat hij Jezus Christus maar tegelijk dat het de eerste man op de maan was. Daarom was er aanvullend bewijs nodig. En wel de video….

O ja! Gezellig!, dacht ik,en ik pakte de zak crokychips en cola al uit mijn tas.

“Bad boys, bad boys, what you’re gonna do, what you are gonna do when they come for you”

De videobeelden zouden geschoten zouden zijn door de video van een LOGITECH ALERT VIDEO SURVEILLANCE SYSTEM 750…. ”

” Dat zal wel…,zei ik maar. Ik was ze maar een beetje ter wille, want ja, wat maakte het merk van de videocamera nu verder nog uit als je al hebt bekend?

Ik zag toch dat mijn brief in ieder geval bij de rechter toch iets had bewerkstelligd. ZIjn gezicht leek wel zachter geworden, de oogjes niet meer zo bol dat je het idee had dat ze weldra als een stuiterbal op zijn tafel naar beneden zouden stuiteren. Zijn voorpootjes waren niet meer zo gespannen op de tafel geplant maar lagen ineens ontspannen naast zijn hamer en papieren.

En toen begon het…. de samenvatting van mijn pleidooi door een juridisch geschoolde.

” Ik begrijp dat verdachte zich enigszins zorgen maakte over het feit dat het OM”… hij knikte bijna onzichtbaar naar de vrouw rechts van hem

“…naast een aanklagende ook een sanctionerende rol vervult”

PRACHTIG! Beter had ik het niet kunnen zeggen

“….en ik begrijp ook dat verdachte het huidige boetemodel wat onrechtvaardig vindt aangezien hij vindt dat een hogere boete bij een wat meer bemiddelde overtreder minder pijn doet dan iemand die niet zo bemiddeld is..”

Ja, klopt helemaal.. ga door!!!

“En ik begrijp dat verdachte het boetemodel, als het aan hem lag, zou willen aanpassen aan het FINSE danwel het Zweedse model waar boetes naar rato van inkomen worden opgelegd.”

Man! Goed verwoord joh! Maar vertel eens, hoe kom jij dan HIERZO terecht? Dat is toch wel een beetje een rare plaats voor iemand die zo hartstikke slim is!!

“…verdachte vraagt begrip voor zijn financiële situatie en stelt voor om een bedrag van 340 euro te betalen…”

Ja… inderdaad, mag ook wel een eurootje of 100 minder zijn hoor…

“Officier van justitie….. Wat zegt u van deze zaak?”

De officier van justitie stond op. Ze keek me aan (dat was zowel de eerste keer als de laatste keer dat ze dat deed) en ik zag in één oogopslag dat zij zwaar leed onder het vak wat zij, waarschijnlijk ooit gekozen vanuit

beste bedoelingen, uitoefende.

Hoe had zij ooít kunnen bedenken dat zij ‘ consigliere van de grootste maffiafamilie van Nederland zou worden, de familie die de Staat der Nederlanden heet?

Waarschijnlijk had zij ooit toen zij als puberend meisje nog moest kiezen wat zij moest worden, de jongste vrouwelijke officier van justitie ooit, Winnie Sorgdrager, als voorbeeld gehad en zíe wat er van háár geworden is!

Spin in het web in twee van de meest grove schandalen die Nederland ooit gekend heeft: de Hussein Baybasin zaak (levenslang opgesloten wegens zogenaamde internationale drugshandel, maar met een klein detail: deze drugshandel werd niet door Hussein Baybasin bedreven maar de toenmalige premier Ciller; chantage van Nederland door de Turken omdat top ambtenaren op bepaalde feestjes kwamen waar sex met minderjarigen werd bedreven terwijl dit werd vastgelegd op video: vandaar ineens die twee Turkse Albayrakjes op die twee hele belangrijke posten, snapt u hem:); de Maarten van Traa ‘dood’ , kuch! ‘-aanrijding’ kuch! -moord omdat hij op door tijdens het onderzoek van de IRT affaire toevallig op deze twee schandalen stuitte.

zie ook

http://www.klokkenluideronline.is/artikel/406/nederlandse-staat-gechanteerd-door-turkije

http://www.klokkenluideronline.is/artikel/4307/de-maarten-van-traa-foundation

De officier van justitie wilde best rekening houden met mijn financiële situatie ‘ …hoewel ik dat niet met stukken had onderbouwd (waarschijnlijk had ze een loonstrookje willen zien… maar ja, zij kende mij dan ook niet: zij kon ook niet weten dat ik NOOIT lieg… nou ja, heel weinig lieg dan tenminste.. nou ja, vooruit over de echt belangrijke zaken lieg ik tenminste niet … nou ja, vooruit dan ..jullie je zin,… EIGENLIJK IS MIJN HELE LEVEN EEN GROTE LEUGEN!!!!).

De officier van justitie vroeg zich echter nog wel één dingetje af: hoe ik aan dat bedrag van 680 was gekomen want dat bedrag klopte namelijk niet.

O jee, daar had je het al, nu kwam natuurlijk de straf…. de straf voor het dat brutale bevragen van die In Holland HBO-er toen ik met dat stomme CVOM in Utrecht belde. Dat gesprek hadden ze natuurlíjk opgenomen

(call me paranoia; just because i am paranoid doesn’t mean they aren’t not after me to get me!”)

en als straf deed ze daar nu waarschijnlijk gewoon 1000 euro bovenop

Gewoon.. omdat het kon!!!

Maar ook dat viel mee. ze zei namelijk dat het bedrag dat ze aanvankelijk wilde eisen niet 680 euro was geweest, maar 640 euro.

Oooooooooooh, viel nog mee dan! Ik maakte, terwijl ik naar de rechter keek, in de lucht het pen-op-papier schrijfgebaar ten teken ‘dat-ie die dat wel even op moest schrijven….”.

“En dáár de helft dan van, voegde ik hem  een beetje verholen vanachter mijn hand toe, alles om die aardige officier van Justitie maar niet al te veel te storen in haar gezaghebbende werk en daardoor misschien een ietsiepietsie boos te maken.

Omdat ze ‘gelet op mijn financiële situatie’ niet ineens veel minder kon eisen dan dat ze normaal bij andere overtreders zou doen (omdat het Nederlandse juridische stelsel nu eenmaal zo in elkaar zit, red. ) zou ze dan toch tenminste de minimale boete eisen die voor deze overtreding stond: 500 euro. En omdat ze zelfs nog meer rekening met mijn draagkracht wilde houden….. stelde ze voor dat ik dat bedrag in 5 maandelijkse termijnen van 100 euro zou moeten voldoen.

Ja, zeg!!

Weet je wat ik verdomme aan per week al aan de kaasboer al kwijt ben…

30 euro!!!

100 euro per maand aftikken en dat 5 maanden lang?!!!

Dat betekent wel eventjes dat ik 3 x per maand geen pond rauwmelkse kaas kan kopen, laat staan dat ik mijn lievelingsvijgen, mijn luxe rauwe notenmix en mijn Rocquefort kan kopen…

Wilden die mensen me soms dood hebben?? Waar was de muur eigenlijk, ging ik daar vast tegen aan staan! Hoefden ze enkel nog maar even de trekker over te halen.

Maar goed, ik begrijp dat ik toch ook wel een beetje moest lijden en als de kaasboer dan een beetje met me moet meelijden, soit!

Ok, 500 euro boete, het was niet weinig, maar toch: het was de helft minder dan het bedrag waar ik altijd rekening mee had gehouden had.

Tevreden met de uitkomst van de zitting wilde ik al opstaan.

“Dan ben ik nu aan de eis tot rijontzegging toegekomen….”

Hoe? Wat? Waar?

Nog meer?

en zei ze nou

‘RIJONTZEGGING’?????

..betekende dat ik dan toch weer op de fiets moest zitten??

NEEEEEEEEEEEEEEE—

EEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE!!!!

Iemand!!

Haal dit mens weg!!!Hang ‘r op aan d’r bef !

Laat mij maar 1000 euro betalen in plaats van die 500 euro!! Als..- ik.— maar .—niet..— meer.— hoef.– .—te.— fietsen!!!!!!

“….verdachte heeft 38 dagen op de fiets gezeten..”

(zo weinig maar??? Het voelde alsof ik twee verjaardagen had meegemaakt op die fiets)

“…. en daarom wil ik 38 dagen onvoorwaardelijke rijontzegging eisen, wat er op neerkomt dat hij die nu al heeft gehad”.

Ze keek me aan. Een fragiel lachje brak door op haar witte van zielenpijn vertrokken snoetje, alsof er een krak kwam in het porselein van de pop die ze slechts was in dienst van de staat;  met andere woorden de belastingdienst

Als dank kreeg ze van mij een welgemeende glimlach terug.

Die kostte me tenminste niets… en ach… ik had het gevoel dat ze me ergens toch ter wille was geweest.

“…daarnaast wil ik 60 dagen voorwaardelijke rijontzegging eisen met een proeftijd van 2 jaar.”

o, dat dus óók nog.

Veel later pas, snapte ik pas, dat als ik binnen die 60 dagen wederom de fout in ging, ik alsnog mijn rijbewijs kwijt (maar hoe lang dan??) was en als ik binnen die 2 jaar nog een keer ernstig in de fout ging (harder dan 30 km over de maximaal toegestane snelheid) dan was ik mijn rijbewijs ook kwijt (maar hoe lang dan? )

Echt duidelijk was het me op dat moment allemaal niet, maar dat boeide me verder ook niet… ik zou het vonnis wel lezen als het bij mij op de mat viel

“Of ik nog wat wilde aanvullen? “vroeg Kiki me toen de Officier van justitie was uitgesproken. Want voordat hij zou vonnissen -en dat kon meteen wel in deze zaak- vond ie dat ik daartoe nog wel gelegenheid mocht krijgen.

Ja, dat wilde ik.

Op deze vraag had ik trouwens geanticipeerd.

Ik had mijns inziens nog 1 mogelijke troef die ik bij de rechter op zijn tafel kon leggen, maar ik wist niet zeker of het echt wel een troef was, laat staan dat ik wist of de troef wel het beoogde effect zou hebben, want het was een gevaarlijke aanvulling op mijn pleidooi.

Ik zou hem gaan uitleggen dat ik weliswaar een hufter was… maar dat ik niet echt een HELE GROTE hufter was.

Nee, ik zou hem willen uitleggen dat als er een schaal was van hufters was die zou lopen van 1 tot tien, dan zat ik ongeveer op plaats twee van die schaal..

nou vooruit, aan jullie wil ik nog wel toegeven dat dit misschien toch eerder een drie is, maar daar in de rechtzaal zou ik met droge ogen volhouden dat ik maar een ‘klein tweetje was’ .

“Edelachtbare….”.

Ik keek naar mijn blaadje en las in mijn hoofd de eerste woorden op het papiertje: ‘toevoegen aan pleidooi ‘ .

Het korte zinnetje was geschreven op de achterkant van 1 van de drie uitnodigingen om op dit feestje te komen.

“Noch uit de delictsomschrijving noch uit het geschrift (pleidooi) dat ik u reeds gezonden heb, wordt duidelijk dat de snelheidsovertreding plaats vond op een verlaten boerenweggetje. Ik wil u hiermee duidelijk maken dat ik dan wel een hufter ben (letterlijk zo gezegd in de zaal) maar niet zo’n grote hufter als ik zou zijn als ik bijvoorbeeld in een kinderrijke woonwijk 100 km zou hebben gereden.

In feite zijn de enige die ik in gevaar heb gebracht, mijzelf, Boer Harm en zijn achterlijke boerenkinderen… waar de maatschappij toch al niets aan gaat hebben…

Sterker nog.. als ik dat grut zou geraakt zou hebben,mocht het in hun skelter of bolderkar de weg opgeschoten zijn, dan zou ik eigenlijk de Nederlandse samenleving een groot plezier gedaan hebben!

Want kom op .. wat hebben we aan jochies die enkel Nederlandse mais uit de grond kunnen stampen als we die ook voor de helft van de prijs, genetisch versleuteld en wel, uit Amerika kunnen krijgen? Die mais is daar namelijk zo gekweekt, daar kan het bestrijdingsmiddel Round up als ware het kristal helder water gewoon bijgegooid worden en nog gaat het gewas niet dood!!!!!

Wat wil je nu nog meer!

Geweldig toch? En je stopt er meteen de overbevolking mee! Testen hebben namelijk al lang en breed uitgewezen dat ratten gevoerd met deze mais, al na de derde generatie volledig onvruchtbaar werden!!

Fantastisch toch?

Just like they planned!!

Daarom, beste meneer de rechter, omdat het toch met mij eens moet zijn dat de de mensen niets meer dan lastige ratten zijn die UW aarde, ja de UWE net zoveel als de mijne, overstromen als ware ze een dodelijk virus; als u tenminste geeft om de aarde, dan kunt u het mij toch niet al te kwalijk dat ik dat boerenjochie bijna uit het leven reed?

Want, geef toe, zou dat eigenlijk niet het beste zijn voor hem?

Of voor zijn vader?

Of uiteindelijk voor de wereld?

Iedereen zou toch eigenlijk beter afgeweest zijn?”

Nee, hoewel ik zeker weet dat zij wel degelijk zo denken, en zij het voorgaande in een andere setting misschien nog wel met me eens waren geweest ook, toch zei ik op de zitting wat anders

Ik begon wel zoals eerder vermeld; zei dat ik dan wel een hufter was maar niet zo’n grote hufter vanwege het feit de overtreding niet had plaatsgevonden in kinderrijke woonwijkreden; dat ik me wel degelijk bewust was(althans achteraf)dat ik voor zowel die boer, als voor dat boerenjochie als voor dat meisje, toch een behoorlijke boerenhufter had kunnen wezen die aan toch minstens 1 van ons allen, veel schade had kunnen toebrengen… daar met mijn 130 km op dat boerenweggetje;

dat ik dat ten volle besefte en dat ik daarvoor dan ook mijn oprechte excuses voor wilde aanbieden.

Kort gezegd kwam het hierop neer

Ik = boerenhufter: 2 a 3 op de schaal van 10 –> mea culpa–> 340 euro boete of < mag ook

Al die tijd probeerde ik natuurlijk zeer schuldbewust te kijken.. hoofd gebogen te houden en iets van een snik in mijn stem te door te laten klinken (want die traan uit mijn ooghoek persen lukte me maar niet).

En verdomme… de rechter was het nog met me eens ook!!!

Dat er inderdaad WEL DEGELIJK gevaar was geweest ‘ook al was het maar op een boerenweggetje’ en dat het er eigenlijk helemaal niet om ging WAAR de overtreding had plaatsgevonden want ’50 km te hard is veeeeel te hard.. wáár dat ook was’. 50 km te hard was gewoon een serieuze overtreding die serieus moest worden bestraft!!!

Ja, had ie ergens gelijk in….

en ik keek hem aan zoals een hond zijn baas aankijkt wanneer hij alwéér op het tapijt heeft geplast.

Maar toen…

toen zag ik iets waardoor bijna alles alsnog bijna nog misging….

Boven de rechter…..

in vol ornaat….

en ik keek hem aan zoals een hond zijn baas aankijkt wanneer hij alwéér op het tapijt heeft geplast.

Maar toen…

toen zag ik iets waardoor bijna alles alsnog bijna nog misging….

Boven de rechter…..

in vol ornaat….

NIEUW

daar hing hij… KONING WILLEM ALEXANDER!!!

En ik kon nog net voorkomen dat de rechter zou zien dat ik in de lach schoot door mijn gezicht snel naar het papier op tafel te brengen en net te doen alsof daarop iets stond wat ik niet goed kon lezen en aldus mijn gezicht dichterbij het papier te brengen veinzend dat ik het dan misschien wél goed kon lezen.

Natuurlijk!!,Dat was waar ook!, dacht ik, terwijl ik mijn hoofd aan het schudden was, dit maal veinzend dat ik het woord dat ik niet kon lezen, nu ook in zijn geheel kwijt was en het nu ergens zocht in het begin dan wel het einde van een of andere zin.

“Die móét hier natuurlijk ook wel hangen, nu zijn ouwe moer was geabdiceerd. ”

“…. dus inderdaad, meneer de rechter, wij van het OM zijn het met U eens dat het feit dat het een ‘boerenweggetje’ was, niets uitmaakt wat betreft de ernst van de overtreding en zien dan ook graag dat u daar een passende straf tegenover stelt. Gelukkig ziet meneer zelf de ernst van de mogelijke gevolgen van zijn roekeloos rijgedrag in want hij heeft

ze immers vermeld in de toevoeging op zijn pleidooi.”

Inwendig gierde ik intussen van de lach maar daarvan kon ik natuurlijk niets doen blijken, zeker nu niet nu de officier van justitie en de rechter juist de ernst van mijn snelheidsovertreding aan het bespreken waren. Alleen blijven doen alsof ik een bepaald woord niet kon lezen zou toch vreemd overkomen aangezien ik nu al lang niet meer het woord gevoerd had. Dus keek ik de rechter maar weer aan.

Maar o o o, wat moet ik mijn tanden op elkaar zetten om mijn lach te kunnen inhouden. Want als ik mijn lachen niet zou kunnen inhouden zou dat nét het verschil kunnen maken tussen 500 euro en 1000 euro boete, want de rechter kon in theorie, altijd nog gewoon een hoger bedrag opleggen dan dat het OM geëist had. Want zijn beschermheer hier een beetje belachelijk maken, dát kon mij wel eens in de papieren doen lopen.

Daar hing hij dus en keek mij aan: een lachende en kersverse Koning.

Enkel koning geworden omdat hij de eerste was van alle kinderen die door de genotsgrot van zijn moeder hier op deze aarde terecht zijn gekomen. Ik was het even vergeten, maar sinds haar abdicatie hangt dus inderdaad niet meer haar maar haar zoons foto in elke rechtbank van Nederland.

Wist u trouwens dat rechters worden benoemd door de Kroon? Maar dit

heeft verder hélemáál geen gevolgen heeft voor hun onafhankelijkheid net zomin dat die foto van Willem die daar in die rechtzalen hangt,OOK MAAR IETS heeft te betekenen?

Nee hoor, er had best zo goed iemand anders op die foto kunnen staan, Saddam Hussein bijvoorbeeld, ik noem maar een dwarsstraat.

Prins pils dus…. het heeft lang geduurd en ik heb het moment nog een beetje te kunnen uitstellen door de troonswisseling op alle media bewust te blokken. Maar nu was hij toch, ook voor mij, onmiskenbaar voorgoed Prins Pils af en tot Koning Kroket bevorderd! Stomme parapsychologen ook!! Die hadden mij nog zo beloofd dat er nooit meer een mannelijke persoon op de Nederlandse troon zou plaatsnemen!!

Zie hem nu staan in zijn hermelijnen mantel..

Ik zie hem nog hossen tijdens de olympische spelen van 1996 samen met de volleyballers en de hockeyers: als een vreemd koekoeksjong stond hij er tussen: niets maar dan ook niets bijgedragen aan de winst, maar ondertussen zich maar wat graag wentelend in de aandacht die een echte winnaar nu eenmaal terecht krijgt.

Toen ik hem zo zag staan, daar op dat Staatsieportret, kwam ineens een beeld van vroeger op mijn netvlies. Koning Willem de Derde leek verdacht veel op die joker van de AH die ooit op rode (voor puur) en blauwe (voor melk) pakken hagelslag stond.

De gelijkenis was gewoon treffend; zelfde pose, zelfde lege blik, zelfde holle boodschap: vreet en geniet!!

Inmiddels was de officier van justitie uitgesproken en mocht ik nog een laatste maal mijn zegje doen.

” Kan u een beetje leven met de eis van de officier van justitie?, vroeg de rechter mij welwillend.

Nou, als je het zó vraagt…

” Eh…. op zich wel prima, Edelachtbare, maarruh…. zoals ik eerder in mijn pleidooi aangaf, zou ik toch NET wat beter leven als ik toch maar de helft van dat  bedrag van 500 euro  moet betalen (hoefde ik de kaaswinkel niet HELEMAAL in de ban te doen).”

Helaas, de rechter trapte er niet in. Hij zei zelfs onomwonden dat de boete ‘ best wat pijn mocht doen’ maar wilde deze pijn dan wel verzachten door het, net zoals de officier van justitie had voorgesteld, in 5 maandelijkse termijnen te voldoen.

Hij legde 500 euro boete op, te voldoen in 5 maandelijkse termijnen van 100 euro. Daarnaast en hij ging hier zelfs verder dan de officier van justitie, bood hij mij 1 maand langer de kans te laten bewijzen dat ik echt oprecht spijt had van mijn daad. Hij verhoogde namelijk het aantal dagen voorwaardelijke rijontzegging van 60 naar 90 dagen. De proeftijd liet hij hetzelfde: die bleef 2 jaar.

Hiermee waren we duidelijk aangekomen bij het eindpunt van de zitting.

Hij zei dan ook:

“Dat was het …en daar moet u het mee doen”

Nee,dat zinnetje van Mr Frank Visser oftewel de Rijdende rechter zei hij jammer genoeg niet ; hij keek slechts kort naar de officier, naar de griffier en beinidigde de zitting,  terwijl hij mij streng aankeek:

“Dat was het … u kunt gaan.

Ja, maar ho eens even, het was toch nog niet helemaal klaar??

IK vond tenminste van  niet en misschien uit een soort automatisme, stak ik mijn vinger op:

De rechter, duidelijk verbaasd

” Ja? u wilde nog wat zeggen?”

Ach, wat maakt het ook uit, dacht ik uiteindelijk en daarom schudde ik maar mijn hoofd.

Misschien was die slag met zo’n hamer inderdaad niet belangrijk maar ik had me er juist zo op verheugd!

” Nee, sorry, ik wil u slechts nog bedanken , zei ik schijnheilig, kon toen ik naar de deur liep nog net ‘Tot ziens’ inslikken en zei daarvoor in de plaats zo’n koude en korte ‘Dag-groet!’.

U weet wel, uitgesproken met zo’n vragende intonatie op het eind alsof je  eigenlijk afvraagt waarom er nou alweer een vogel op je jas heeft gescheten.

Ik liep naar buiten, veroordeeld en dus voor het leven gebrandmerkt.

Voortaan zou ik niet niet alleen meer Berend Botervloot zijn.

Ik was Berend Botervloot, de snelheidsduivel…geworden.

Bij het naar buitengaan bedacht ik me dat ik nog twee taken had:

Taak 1: ik moest mijn mijn bandenplakschaar nog terugvragen. Dat ging verder zonder problemen.Nadat Grumpie zijn eigen nog met zoveel moeite opgekalkte

1-nen op zijn papier en op die van mij had vergeleken en inderdaad tot de conclusie gekomen was dat ik recht had op 1 bandenplakschaar, had ik nog maar een laatste taak die 29 augustus in 2013, in die rechtbank te Lelystad:

Taak 2 BOA-atje

(dat staat voor ‘Buitengewoon Opsporings Ambtenaren’: meestal tewerkgestelde werklozen die een cursus van wel 9 dagen doorlopen om bijna hetzelfde te mogen doen als de politie!!!)

pesten.

Ik vroeg Gramps als eerste nog eens even poeslief om de huisregels van de rechtbank. Ik wilde toch eens weten op waar het geschreven stond dat hij het recht had mijn spullen te doorzoeken.

Grompie was ineens helemaal niet aardig meer. En ik vroeg het hem nog zo aardig mogelijk.

“Vertel nou eens, meneer,laat nu eens een papiertje zien wat u nu precies het recht gaf om met uw klauwtjes in mijn spullen te zitten? Dus…. ouwe, gewoon even opsnorren, kopietje van maken, mij die overdragen opdat ik dat thuis eens lekker mijn gemak eens kan bestuderen.”

Je had zijn gezicht moeten zien. Alsof je na afloop van een miss Worldverkiezing tegen de winnares zou zeggen.

” Hartelijk gefeliciteerd hoor, maar heeft er nu niemand eens tegen jou verteld dat jij eigenlijk heel lelijk bent?

Ze (er was inmiddels een vrouwelijke collega bijgekomen die blijkbaar net was binnengekomen) hadden er nog best wat werk aan.

“Mijn collega zal u verder helpen”,zei Umberto Eco serviel maar volkomen onwillig.

Er moest een stoel worden gepakt- trippel trappel trap naar een andere zaàl, er moesten tassen worden weggehaald- voorzichtig nou jongens.. die papiertjes met die cijfers moesten wel in de bakjes met de juiste spulletjes blijven, er moest van heel ver beneden naar heel ver boven gereikt worden- en het vrouwtje was al zo klein maar uiteindelijk had ze dan toch de ordner te pakken met daarin de door mij opgevraagde huisregels.

“Regel 1 en 14…,” zei de vrouw bars, alsof ik een kleuter was die voor de eerste keer bij haar in de klas kwam en ze vanaf het eerste ogenblik wilde laten zien who’s boss was : “… regel 1: bezoekers dienen zich te onderwerpen aan een preventieve controle op de aanwezigheid van verboden voorwerpen en regel 14: bezoekers dienen de aanwijzingen van het rechtbankpersoneel op te volgen.”

Ze glimlachte zelfingenomen naar me,

Nee, greinsde, is een passender woord.

“Alle aanwijzingen? ‘” , checkte ik nog even voor de zekerheid.

-“ALLE aanwijzingen!”

De horizontale streep over haar gezicht boog zich nu langzaam maar zeker definitief om naar boven.

“Dus als u zegt : doe voor mij een dansje, dan moet ik dat dus ook doen? “lokte ik haar uit.

-“ALLE AANWIJZINGEN DIE DE VEILIGHEID van het rechtbankpersoneel TEN GOEDE komen!”.., vulde ze stom genoeg nog braaf aan ook.

Ze lachte niet meer… ze was me duidelijk aan het vermoorden in haar geest…

Ik draaide me om, bedankte haar hartelijk voor de uitgereikte huisregels en liep naar huis met het vaste voornemen om de boete niet in 5 keer maar in 1 keer te gaan betalen.

Gewoon… omdat ik het kan!

Suckers..

2 reacties op “Blij dat ik rij

  1. Diewer
    augustus 2, 2014

    Mooi verhaal! met veel uitstapjes, dat wel. Je hebt het verhaal overigens twee keer onder elkaar staan, met een keer op het einde: blij dat ik rij, de andere keer ontbreekt dat.

    “…daarnaast wil ik 60 dagen voorwaardelijke rijontzegging eisen met een proeftijd van 2 jaar.” Dit betekent volgens mij, dat je, als je binnen twee jaar weer een dergelijke overtreding begaat, je dan je rijbewijs voor 60 dagen kwijt bent…

    Ik heb het met veel plezier gelezen!

  2. fruitarier
    augustus 2, 2014

    @diewer Ik zal nog eens kijken wat ik precies verkeerd heb gekopieerd.

    En ja…. uitstapjes die zijn er zeker … hoop niet dat het te storend was

    Er zit nog een groot verhaal in de koker!

Plaats een reactie

Informatie

Dit bericht was geplaatst op augustus 2, 2014 door .